1978
Inhoud
1978, Toerisme
De World Tourism Organization meldt dat in 1977 239,122 miljoen toeristen wereldwijd 55,637 miljard $ uitgaven.
1978, Luchtvaart
President Jimmy Carter (°Plains 1924) ondertekent de Airlines Deregulation Act. Dit leidt tot een revolutie in de luchtvaart, die zal eindigen met de dominantie van de grootste carriers.
1978, Holiday Club
Onder impuls van haar directeur, de Nederlander Harry Loeffen (1) ontplooit deze exploitant van vakantiewoningen zich ook als tour-operator.
1978, 15 februari, Sobelair
Een Boeing 707 van Sobelair crasht op de luchthaven van Tenerife. Door de koelbloedigheid van de bemanning vallen er slechts enkele licht gewonden.
Ik had een klant op die vlucht die niet alleen op een turbulente manier in Tenerife aankwam maar ook een spannende terugreis beleefde.
Inderdaad de man, die verondersteld werd een zakenreis naar Milaan te ondernemen, was met zijn vriendin voor een weekje naar Tenerife vertrokken. Na de crash besliste hij terug te keren naar België maar stelde tot zijn ontsteltenis vast dat er een cameraploeg van de toenmalige BRT aan boord kwam. Op de later uitgezonden beelden was duidelijk te zien hoe een passagier steeds maar probeerde aan de camera te ontsnappen. Zodanig zelfs dat hij de aandacht van de journalist trok die besliste hem te interviewen.
De bedrogen echtgenote kreeg, naar verluid, een lichte hartaanval, gevolgd door een iets zwaardere van razernij, toen zij haar echtgenoot, met op de achtergrond haar beste vriendin, op een vliegtuig zag waar zij helemaal niet hoorden te zijn. De gelukkige afloop van het ongeval met Sobelair Boeing leidde later tot een huwelijkscrash (1bis).
1978, maart, UPAV-VVR
Willy Paul Carlier (De Blauwe Vogel) verlaat met slaande trom de UPAV / BBR en stapt over naar de VVR. Zijn vertrek bij UPAV luidt de afgang van deze beroepsvereniging in.
Willy Paul Carlier
Willy Paul Carlier (WPC) was letterlijk en figuurlijk één van de kleurrijkste personaliteiten van de Vlaamse reiswereld. Het blauw dat verwijst naar de bedrijfsnaam was en is privé en in het bedrijf overal aanwezig. Kwatongen beweren dat WPC al sedert zijn jeugd alleen maar blauw ondergoed droeg, maar dat kan enkel zijn echtgenote, Odette Cuyx bevestigen of ontkennen, want Willy zelf liet nooit het achterste van zijn tong, laat staan van zijn ondergoed, zien.
WPC werd geboren in Sint Truiden op 25 juli 1940 als zoon van Jean-Philippe (1905-1994), een succesrijke ondernemer van de reis- en transportsector van Vlaanderen.
Volgens de door WPC, op de meeste van zijn documenten afgedrukte familiegeschiedenis, zouden de Carliers al sedert de XVIIde eeuw actief zijn in de vervoerssector. Aangezien de VVR zelf nog niet zo lang bestaat, kunnen wij deze bewering noch ontkennen, noch bevestigen. In elk geval was de opvolging verzekerd want zoon Trudo (°1972) is de trotse vader van een dochter …
Een verhaal, met grote overtuiging gebracht door WPC, is mij bijgebleven:
Nicolas-André Carlier (1753-1824), vervoerondernemer uit de streek tussen Marseille en Pau zou belast geweest zijn met de logistiek van het leger van Napoleon in Austerlitz.
Door zijn bijdrage zou de keizer deze slag (2 december 1805) hebben gewonnen. Tien jaar later echter, kwam dezelfde Carlier, te laat in Waterloo. Gevolg: Napoleon verloor de slag. Alzo sprak Willy Paul Carlier …
WPC deed zijn middelbare studies aan het Saint Ferdinande Instituut in Jemappes en vertrok vervolgens naar Londen, Parijs en Cornell waar hij niet zozeer studeerde maar vooral zijn relaties verzorgde.
Zo leerde hij in Cornell University Greg Emmer, de latere topman van Disney World kennen en onderhandelde later vruchteloos met hem om Disneyland niet in Parijs maar in Limburg te krijgen. Aan de Sorbonne raakte hij bevriend met de latere Albanese president Dr. Sali Berisha (°1944) en werd bijgevolg voorzitter van de Belgisch-Albanese kamer van koophandel.
WPC had een bijzondere gave om (tijdelijk?) indruk te maken op mensen. Zo slaagde hij er in om op Kerstdag 1976 uitgenodigd te worden in de privéwoning in Plains Georgia van de toenmalige president van de V.S. Jimmy Carter.
De documenten en foto’s die dit bewijzen heb ik met eigen ogen gezien. De wijze waarop WPC toen de CIA verschalkte blijft nog steeds een raadsel.
Goed voorbereid op het zakenleven en met een adressenboekje vol namen streek WPC in 1967 neer in Sint Truiden, waar de vervoersonderneming was gevestigd én in Hasselt waar het hoofdkantoor van de reisbureaus zich bevond. In 1970 nam hij de leiding van de Groep Carlier over en werkte de familiale concurrentie buiten. Een broer werd ambtenaar en lokale politicus (2) een andere stichtte zijn eigen reisbedrijf (Thomas Cook Travel Shop De Witte Merel).
Als sociaal beest kende WPC zijn gelijke niet. Ik heb nooit iemand ontmoet die stichter, bestuurder of lid was van meer bedrijven en verenigingen en die meer toeristische eretitels heeft verzameld.
WPC was er zich van bewust dat hij de dagelijkse leiding van een grote reisketen niet aankon. Hij probeerde aan dit euvel te verhelpen door fusies aan te gaan met bestaande ketens met de bedoeling de anderen te laten werken en zelf de rol van PDG op zich te nemen. Een eerste poging (1978) had de reisketen Reiscenter, toen onder leiding van Lieven Van Parijs, tot doel. Van Parijs was echter een onbetrouwbare partner en WPC trok zich tijdig terug. De tweede (1980) was de Europareizen groep, maar ook daar liep het spaak, deze keer door tegenstand van mij, en later van Yvan de Sutter. Dit resulteerde in een breuk tussen mij en Carlier en een crisis bij de VVR, maar hierover later meer.
Met de derde poging (1983) wilde WPC de slag van zijn leven realiseren: de fusie met Go Travel, het reisbureau van Charly Mannerie. Deze (ogenschijnlijk) schatrijke Brusselaar was de invoerder van Volvo, bezat de Jaguar garage in Brussel en kocht op aanraden van WPC de licentie van Budget Rent a Car. Hij had niet alleen een fortuin verdiend als autohandelaar maar pikte nog meer geld in wanneer de autobouwer zijn contract, volgens de rechtbank ten onrechte, verbrak (3). WPC overtuigde Charly Mannerie om met de verworven schadevergoeding te investeren in de reissector, bood hem vooreerst zijn eigen reisketen aan en ging vervolgens, met zakken vol (Mannerie) geld op de overnametoer. Alles wat in Vlaanderen en Brussel aan reisbureaus te koop stond, werd ingepikt en over de prijs werd nauwelijks onderhandeld (4).
Zo kwam WPC opnieuw bij mij terecht. Op 20 november 1985 had ik mijn zoon en opvolger verloren en ik zag het echt niet meer zitten om verder te werken in het reisbureau dat eigenlijk voor hem bestemd was. In mei 1986 deed WPC mij een royaal bod om mijn reisbureau te verkopen. De transactie werd vlot afgehandeld en drie jaar lang hoorde ik weinig van Go Bluebird. Soms vertelden mijn vroegere medewerkers verhalen over vreemde figuren en al even vreemde beslissingen. Tot Charly Mannerie mij plots contacteerde om hem te helpen om van zijn reisbureauketen af te geraken. Hij was tot alles bereid en stelde mij aan tot bewindvoerder met onbeperkte machten. Drie dagen waren genoeg om een diagnose te stellen!
Het beleid op alle niveaus, zowel raad van bestuur als directie, als personeel, was catastrofaal. Eén voorbeeld: men bespaarde op toiletpapier, maar in een kelder lagen 50 nieuwe computers te roesten. De kosten waren veel te hoog maar sommige bestuurders kregen gigantische vergoedingen. Tenslotte: de boekhouding was onbestaand.
Conclusie: de groep was niet te redden. Daarenboven had Mannerie ook met zijn andere bedrijven zware problemen (5). Maar dan dook het adressenboekje van WPC op. Hij kwam aan met een Nederlandse overnemer, ene Albert de Koning, eigenaar van de touroperator Mobiplan en de reisketen Olympus. Deze Hollander was zo geil gemaakt door WPC dat hij zelfs niet luisterde naar de negatieve aspecten van een eventuele overname die hem door mij en Mr. William Engelen, de advocaat van Go Bluebird, ambtshalve werden voorgehouden. De Koning nam blindelings het handelsfonds van Go Bluebird over (6) en de vennootschap zelf, die werd omgedoopt in DTVK, ging in vereffening. Ikzelf en Mr. Engelen werden aangesteld tot vereffenaars maar de toestand is zo slecht dat wij verplicht werden om de boeken neer te leggen.
WPC stond terug bij af. Hem restte nog één kantoor in Sint Truiden, dat hij altijd wijselijk buiten Go Bluebird had gehouden, en de busmaatschappij. Maar ook daar was het einde nakend. In 1991 sprak de rechtbank van koophandel, op verzoek van de RSZ, het faillissement uit. WPC ging in beroep tegen deze uitspraak. Het resultaat van deze procedure is mij niet bekend.
Op 6 februari 1992 verscheen er in Trends een artikel dat een scherpe analyse gaf van de figuur en de exploten van Willy Paul Carlier. Ik citeer enkele uitspraken uit dit artikel van mensen die ooit met WPC te maken hadden:
De Limburgse vervoersonderneming De Blauwe Vogel is failliet. Als gevolg van een monsterachtig complot of van grootheidswaanzin van de kleurrijke manager? (Hans Brockmans, redacteur Trends).
De invalide hofnar van het Limburgs establishment (Hugo Camps, voormalig hoofdredacteur Belang van Limburg):
Carlier komt op bezoek, keuvelt over koetjes en kalfjes en, eenmaal buiten de deur, verkondigt hij in heel Limburg dat alles in orde is (Bernard Martens, directeur Limburgse Investeringsmaatschappij over een niet doorgegane participatie van de LIM in De Blauwe Vogel).
Iemand die wild om zich heen slaat omdat hij zich niet kan neerleggen dat hij het bloeiend bedrijf van zijn vader om zeep hielp (Willy Greven, rechter-commissaris).
De omschrijving die ik kan bedenken is: een geraffineerde, creatieve, ogenschijnlijk naïeve mythomaan. Indien ik mij in hem vergis, ben ik zeker niet alleen. Vooraanstaande figuren uit de politieke en culturele wereld in Vlaanderen gaven hoog op met hem. Eén voorbeeld: toen minister-president Vanden Brande voor ons congres in 1997 forfait gaf, zorgde Willy binnen de 48 uur probleemloos voor een vervanger: toenmalig minister Eddy Baldewijns.
De voorbije twintig jaar kroop WPC, met de hulp van zijn echtgenote en vooral van zijn zoon, opnieuw uit de kuil.
Zijn nieuwe Blauwe Vogel deed het uitstekend. Hij rekruteerde zijn klanten niet alleen in Limburg maar over gans Vlaanderen met een vernieuwde en uitstekend uitgevoerde formule: rechtstreeks contact met de klant, maar zonder eigen organisatie. Door zijn grote inkoopkracht stonden de touroperators voor hem in de rij. Als het goed ging, wat meestal het geval was, stak de Blauwe Vogel de bloemen op de hoed, ging het wat minder: dan was het de schuld van de, ineens opgedoken touroperator.
Op 2 mei 2021 heeft Willy ons, ondanks zijn diep geloof, met grote tegenzin, verlaten.
1978, april, Luchthavenvervoer
Invoering van het gratis luchthavenvervoer door Sunair. Dit initiatief zal later, wegens niet-rendabel, worden afgeschaft. Het zadelt de gemeenschap van reisagenten echter op met een groot probleem: de klanten blijven deze (gratis) dienst opeisen.
1978, april, Dossierkosten
De VVR adviseert haar leden om voortaan dossierkosten aan te rekenen. Het minimum bedrag wordt bepaald op 175 BEF (4,33 €).
1978, april, Automatisering
Op de Hannover Messe wordt voor het eerst het Viewdata systeem, informatieverwerking via televisie voorgesteld. Toen ook al, werd het einde van de reisagent voorspeld.
1978, 13 april, VVR
De VVR kiest een nieuwe raad van bestuur: Antoon Van Eeckhout, voorzitter – Willy Paul Carlier, algemeen secretaris – Guido Gielens, penningmeester. Leden: Chris Beeck – Geert Bogaert – Piet Daels – Remi De Meester – Eddy De Smet – Didier Ramoudt – Jean Verpoorten – Lieven Van Parijs.
Piet Daels
Piet Daels wordt geboren in Gent op 30 september 1930 als jongste zoon uit het gezin van acht kinderen van Prof. Dr. Frans Daels, één der grote figuren van de Vlaamse Beweging (7).
Hij volgt middelbare studies aan het Sint Paulusinstituut in Gent en studeert later af als technisch ingenieur bouwkunde en landmeter. Vanaf 1954 verzeilt hij in de transportsector en bekleedt er diverse kaderfuncties, het laatst als vicepresident van de Ocean Container Terminal Zeebrugge. Ondertussen hebben zijn echtgenote (Nelly Van de Winckel) en zijn schoonzus (Leen d’Hertog) in 1970 D(aels) & D(aels) Reizen opgericht.
Piet zelf neemt de leiding van het reisbureau in 1979, later bijgestaan door zoon Luc (°1960) en dochter Lara (°1967). Bij de VVR wordt hij in 1979 bestuurder, van 1980 tot 1982 algemeen secretaris en van oktober 1991 tot september 1992 voorzitter. Hij overlijdt op 9 mei 1994.
In september 1992 komt er een abrupt einde aan het VVR-voorzitterschap van Piet Daels, dit ingevolge een door mij ingediende, en door de meerderheid van de bestuurders gesteunde, motie van wantrouwen, niet zozeer tegen zijn persoon dan wel tegen zijn beleid als voorzitter.
Het is zowel voor mij als voor hem één van de meest traumatische ervaringen van ons leven en hij, en vooral zijn echtgenote, hebben het mij nooit vergeven.
Piet was een fijne, oprechte man en een groot professioneel. maar hij wou zijn doelstellingen kost wat kost realiseren. Hij had noch inzicht, noch een boodschap aan strategische en tactische motieven. Het is vooral op dat niveau dat onze standpunten botsten. Het is voor ons beide families tragisch dat door zijn veel te vroeg overlijden wij nooit de kans hebben gekregen om onze misverstanden te herstellen.
Piet Daels was een goede vriend en medestander sedert 1979 maar zijn streven om de VVR in te kapselen in de (Belgische) Federatie van de Toeristische Industrie (FTI – FIT), toen onder voorzitterschap van de onbetrouwbare Mark Vanmoerkerke, was wat hem betreft, naïef en wat mij en de meerderheid van de bestuurders van de VVR betreft, onaanvaardbaar. De botsing was dan ook onvermijdelijk.
Remi De Meester
Remi De Meester wordt geboren te Temse op 8 december 1920 als zoon van Jozef, zelfstandig bakker en Margareta de Jonghe. Het gezin is erg Vlaamsgezind en broer Rik, oostfrontstrijder, zal later voorzitter worden van het Sint Maartensfonds.
Remi vindt zijn roeping in het onderwijs en wordt, na studies aan de Sint Thomas Normaalschool in Brussel, één van die gedenkwaardige Meesters die met strenge hand, en desnoods ook met de roede, de Vlaamse jeugd probeert op te voeden. Ook zijn echtgenote, Elisabeth Code (Temse 1920 – Belsele 2012) is trouwens regentes.
Remi spaart ook zijn eigen roede niet en verwekt zes kinderen: Wouter (1950-1954), Rozemieke (°1951, regentes), Jaak (°1955, kaderlid bij een bank), Anne (°1956, gemeenteambtenaar), Zeger (°1957, E.U. ambtenaar) en Johan (°1961, reisagent en tot 2016 algemeen secretaris van de VVR).
Met het vooruitzicht op zijn pensioen, waarop hij toen na 30 jaar dienst recht had (dus als 50-jarige), wordt hij vanaf 1965 reisleider bij de reisvereniging Itenera (later opgegaan in Ictam). Hij wordt ook medewerker van het busbedrijf Selecta Cars in Gent. Gewapend met die ervaring verkrijgt de in 1969 opgerichte pvba Viking, zonder probleem haar reisbureauvergunning.
Bijna 20 jaar is Remi De Meester actief in niche-markten: taalreizen, begeleide reizen naar China en vermoedelijk ook de laatste begeleide reis naar Afghanistan. In 1987 acht hij het allemaal voor bekeken en draagt hij Viking Reizen over aan zijn zoon Johan en dochter Anne. Voortaan reist hij alleen de wereld rond. Op 14 januari 1996 komt daar plots een einde aan als hij op de promenade van Luxor bezwijkt aan een hartaderbreuk.
Remi De Meester blijft, als ontwerper van onze logo, voor altijd bij de VVR. Wij bewaren een dankbare herinnering aan deze eigenzinnige, koppige, creatieve eenzaat en Vlaming.
Didier Ramoudt
Didier Ramoudt wordt geboren in Oostende op 4 januari 1949 als zoon van een autocarist (Roger) die het bedrijf, dat grootvader Charles (+1959) in 1922 had opgericht, met zijn vier broers runde.
Didier Ramoudt ziet niet veel toekomst in een bedrijf waarvan de aandelen verdeeld zijn onder zoveel partijen en kiest voor een andere richting. Na zijn economische humaniora in Oostende, studeert hij regentaat lichamelijke opvoeding en biologie aan de Rijksnormaalschool te Gent.
Van 1969 tot 1977 speelt hij leraar maar dan stapt hij over naar de reissector en koopt de aandelen van zijn ooms. Hij blijft er tot 1998 wanneer hij het verkoopt aan de Eltebe groep. Ondertussen koestert hij meer belangstelling voor de politiek dan voor het zakenleven. Van 1989 tot 1994 en opnieuw vanaf 2001 is hij gemeenteraadslid in Oostende maar hij krijgt zijn grote kans, als hij op 29 juni 1992 de overleden PVV-volks-vertegenwoordiger Willy Declerck uit Middelkerke opvolgt.
Tot aan de verkiezingen van juni 2004 zetelt hij als federaal (1992-1995) en Vlaams volksvertegenwoordiger. Naar eigen zeggen, krijgt hij door toedoen van Jean-Marie De Decker en Bart Tommelein geen verkiesbare plaats meer. De werkelijkheid is anders. Collega’s van binnen en buiten de partij aanzien hem als een zwak figuur. Zijn voormalige vriend en partijgenoot, Jean-Marie De Decker omschrijft hem als volgt: een dwerg wordt niet groter door op iemand zijn rug te klimmen.
Op zakelijk vlak is hij al evenmin een hoogvlieger. Het ouderlijk bedrijf moet hij verkopen, initiatieven in Oost-Europa, onder meer frietkoten in Oekraïne, lopen met een sisser af en zijn vastgoedkantoor (Immo 43) dat hij met een andere ex-VVR-bestuurder, Ronny Peuteman (zie verder), runt, scheert evenmin hoge toppen. Ook zijn nieuw reisbureau (Voco – LM Reizen) dat in mei 2007 een vergunning krijgt, is nauwelijks rendabel en levert in 2012 haar vergunning in.
Zijn carrière als bestuurder van de VVR is kort (april 1978 – januari 1981) en hij behoort tot de groep Carlier-De Sutter-Beeck-Verpoorten die afhaakt. Later zal hij echter met Ramoudt Tours terugkeren als lid van de VVR. In het conflict tussen de VVR en FBAA speelt hij een kwalijke rol, hij doet zich voor als vriend van de VVR maar speelt vertrouwelijke informatie door aan onze tegenstanders. Didier Ramoudt is, zoals de meeste politici, uiterlijk een aimabel man. Maar in feite is hij een opportunist van de ergste soort. Wanneer je met Ramoudt handelt, sta je best met de rug tegen de muur.
Jean Verpoorten
Jean Verpoorten, wordt geboren te Lommel op 10 september 1950 als zoon van Henri (+1980), de stichter van het autocarbedrijf De Morgenster in Maasmechelen. Hij neemt ontslag als bestuurder van de VVR in 1981 samen met Beeck, Carlier, De Sutter en Ramoudt en verdwijnt in 1991 ook als lid. Jean heeft tijdens zijn mandaat bij de VVR geen enkele pot gebroken, dit kon ook moeilijk, want hij was er (bijna) nooit.
1978, mei, Intop
Theo Van den Driessche wordt ged. bestuurder van Intop (8). Door zijn onbesuisde projecten (o.a. een charterketen naar Peru) wordt hij één van de doodgravers van Airtour.
1978, 4 mei, Automatisering
De Association of British Travel Agents (ABTA) organiseert in Londen het eerste automatiseringcongres voor reisbureaus. Van de 3000 deelnemers zijn er slechts drie Belgen (Anciaux, Deckers, Van Walleghem
1978, 9 mei, Luchtvaart
Coen Van Hoek (°1935) en Jo Suwier starten in Oostende met een luchtvaartmaatschappij Belgium Air International. In september 1980 gaat men al failliet. Er zullen nog talrijke pogingen in Oostende worden ondernomen inzake passagiersvervoer. Behalve, tijdelijke charteroperaties, zijn zij allen gedoemd om te mislukken.
1978, 12 mei, VVR
Jos Chabert (1933-2014), minister van verkeer en toerisme erkent de VVR. Hij geeft opdracht aan het Commissariaat Generaal voor toerisme om de VVR in het Technisch Comité op te nemen.
Deze beslissing wordt tot 1985 door Commissaris-Generaal Arthur Haulot gesaboteerd.
1978, 23 mei, Sabena
De regering benoemt een nieuwe raad van bestuur met als voorzitter en algemeen directeur: Carlos Van Raefelghem (CVP, 1925-1991, inspecteur-generaal van financiën en adjunct kabinetschef van minister Chabert). Ondervoorzitter: André Pahaut (°1930, PS, commercieel directeur) (9). Leden: Jacques de Staercke (Brusssel 1927-Evere 2017, later baron, CVP, Fabrimetal) – commandant Henri Dhondt (PS, kabinetschef van minister Mathot) (10) – Daude Guermant (FDF, kabinetsmedewerker van minister Defosset) – Emile Hamont (PS, vakbond ACOD) – Robert Henrion (RW, 1915-1997, gewezen minister) – Jozef Houthuys (CVP, 1922-1991, voorzitter ACW) – Gerrit Kreveld (1919-2005, partijsecretaris BSP) Albert Maertens (PVV, Aardenburg 1915-Oostende 2015, directeur Laatste Nieuws) – Louis Mélis (1929-1987; BSP, ABVV) – Fernand Nedée (CVP, 1930-1980, voorzitter Cobepa en Bank Parisbas) Dr.jur. Valeer Portier (VU, 1913-1988, VEV) – Michel Vandestrick (Seraing 1926-Nadrin 2007, PSC, directeur-generaal FN) – Kolonel Michel Viseur (SP) – Prof. Dr. Philippe Wilmés (°1938, PSC).
1978, september, Concurrentie
Voor het eerst onderkent Sunair, Jetair als een gevaarlijke concurrent. Waar Vanmoerkerke tot dan toe nogal denigrerend over Brackx spreekt zoals dat garagistje van de Torhoutsteenweg (11) ervaart hij de nieuwe brochures van Jetair als bedreigend en dagvaardt hij Jetair wegens dumpingprijzen. Zijn eis zal later door de rechtbank worden afgewezen.
1978, september, Kuoni
Deze Zwitserse touroperator vestigt een kantoor in België onder leiding van Jean-Jacques Strijp (°1947). Men richt zich vooral op de Franstalige markt. Enkele jaren later wordt het filiaal, wegens grote verliezen, opgedoekt. Het zal opnieuw gebeuren in 2012.
1978, oktober, Belediging
Gilbert Trigano (1920-2001) topman van de Club Med, verklaart: Agent de voyages c’est un métier de ratés et de minables! Deze uitspraak geeft aanleiding tot grote discussies. In dit verband kent de VVR in december haar eerste Purperen Kemel (12) toe aan Cornet wegens zijn lauwe houding terzake.
Jacques Cornet
Jacques Cornet (Uugée 26 augustus 1936 – Seraing 27 november 2016) was, na Rudolf Vanmoerkerke, de tweede figuur in de reiswereld waarmee ik in de clinch ging. Voor mij was hij het prototype van de Franstalige, Vlaams vijandige waterdrager van het francofoon grootkapitaal. Alhoewel ik later ontdekte dat hij dit niet was, gaf hij daartoe toch aanleiding. Hij was, behalve voor zijn vrienden en medestanders, afstandelijk, arrogant en altijd overtuigd van zijn groot gelijk.
Als topman en bepalende figuur van het unitaire UPAV/BBR – hij werd er in 1961 algemeen secretaris – was hij mijn natuurlijke tegenstander en in die context hadden wij alleen maar confronterende contacten. Als directeur van Railtour, en gedurende korte tijd ook van Airtour 2000 en later als adjunct-directeur-generaal van de NMBS, was hij een leverancier met een groot hart voor de reisagent, en onderhield ik met hem de beste relaties.
Cornet was de zoon van een autocarist en vertrok in 1955 naar Londen voor een stage in een reisbureau en een jaar later naar Duitsland waar hij bij het Deutsches Reisebüro (DER) en bij Wagonlits in Düsseldorf in contact kwam met de afdeling spoorwegen.
In 1958 keerde hij terug naar België en ging aan de slag bij Pullman Voyages in Brussel. Na de wereldtentoonstelling van 1958 vertrok hij voor twee jaar naar Washington om er bij een Amerikaanse touroperator te werken maar keerde in 1960 terug om te huwen en in het ouderlijk bedrijf aan de slag te gaan. In 1966 overleed zijn vader en de verstandhouding met de andere familiale aandeelhouders werd er niet beter op, Jacques was immers geen gemakkelijk mannetje.
Wanneer Bob De Meutter hem vroeg om gedelegeerd bestuurder van Railtour te worden, aarzelde hij dan ook geen moment. Cornet zette het georganiseerd toerisme per trein op de kaart, hij wrikte de logge administratie van de NMBS los en zette één der beste producten ooit op de markt. Oudere reisagenten dromen nu nog wel eens van de probleemloze Railtour pakketreizen.
In 1980 ging de zustermaatschappij van Railtour, Airtour, over kop. Enkele dagen later organiseerde men een doorstart en werd Cornet als crisismanager voor de nieuwe Airtour 2000 aangetrokken. Hij probeerde er zijn eigen stijl te introduceren: ijzeren discipline, pas de questions, travailler et agir! Maar het verwende Airtourpersoneel pikte dit niet.
Wanneer Cornet, in opperste frustratie met telefoonboeken naar zijn onwillige medewerkers begon te gooien, werd hij van binnenuit gesaboteerd, tot het inbrengen van verkeerde prijsgegevens in de computer, wat leidde tot een gigantisch verlies. Uiteindelijk viel Airtour 2000 als een rijpe appel in de schoot van Rudolf Vanmoerkerke en keerde Cornet terug naar Railtour. Ondertussen had Cornet grote invloed verworven bij de PSC (de Franstalige christendemocraten). Bij de reorganisatie van de NMBS in november 1986 kreeg hij er dan ook de functie van adjunct-directeur-generaal. Maar nog meer dan bij Airtour 2000 kregen zijn medewerkers en collega’s de kriebels van zijn temperament.
Ook met de nieuwe CEO, Etienne Schouppe (°Denderleeuw 1942) boterde het niet echt en in 1992 werd hij geparkeerd in Parijs, als adjunct-directeur-generaal van de Union Internationale des Chemins de Fer. Voorzien van een riante wedde en een ruime onkostenvergoeding doofde hij er langzaam maar tevreden uit.
Jacques Cornet is, ook door mij, soms onrecht aangedaan. Hij was een harde werker, een ambetante maar inspirerend leider en een vakman met een groot hart voor zijn/ons beroep. Ondanks zijn brede ervaring en buitenlandse stages bleef hij echter een latijn in hart en nieren. Hij communiceerde en begreep alleen in het Frans, Vlaanderen en Vlamingen heeft hij nooit kunnen inschatten. Jammer voor hem en voor de reissector …
1978, 14 november, Geschillencommissie
Op initiatief van Willy-Paul Carlier (De Blauwe Vogel), toenmalig algemeen secretaris van de VVR, wordt in het Hyatt Hotel in Brussel een vergadering belegd in verband met de eventuele op-richting van een Geschillencommissie Reizen. Alleen Test-Aankoop (Hans De Coninck) en de Vlaamse Toeristenbond (Karel De Meulemeester) stellen zich positief op. UPAV (Jacques Cornet) en ABTO (Rudolf Vanmoerkerke) wijzen het initiatief resoluut af.
Uiteindelijk leidde dit tot de oprichting van een Vlaamse Geschillencommissie Reizen. Test-Aankoop haakte af, wegens het (te) Vlaamse imago. Veel belangrijker dan deze vergadering of de stichting van deze eerste Geschillencommissie is voor de VVR de kennismaking met één van de grootste figuren uit de Vlaamse reisindustrie die, meestal achter de schermen, een bepalende rol heeft gespeeld: Karel De Meulemeester.
Karel De Meulemeester
Karel De Meulemeester wordt geboren in Izegem op 8 december 1932 als oudste van negen kinderen. Vader Hilaire is textielhandelaar en oudstrijder van de Iste wereld-oorlog. Moeder Madeleine Vandenbunder komt uit Roeselare.
In deze familie is intelligentie duidelijk erfelijk. De kinderen worden apotheker, musicus, inspectrice, wiskundige, wetenschapper, filoloog, economist, classicus. Twee telgen doctoreren met grote onderscheiding.
Karel doet zijn middelbare studies in het Jezuïetencollege Sint Barbara in Gent waar zijn priester-leraars hem over-tuigen dat hij geroepen is. Van 1951 tot 1957 bereidt hij zich dan ook voor om toe te treden tot de toenmalige stoottroepen van de Kerk, maar deserteert op het laatste moment.
Hij studeert en deserteert in goed gezelschap: de latere professoren filosofie Ludo Abicht (°Oostende 1936) en Etienne Vermeersch (Brugge 1934-Gent 2019) alsook professor chemie en hobby-kok, Herwig Van Hove (°Sint Lambrecht Woluwe 1939) zijn er kompanen.
In 1960 studeert hij af als licentiaat klassieke filologie aan de K.U. Leuven. Later haalt hij in Brussel nog een bijkomende licentie in de vrijetijdsagogiek. Kort daarna wordt hij leraar aan het Sint-Jozefcollege in Izegem.
In 1964 huwt hij de beeldhouwster / juwelenontwerpster Andrée Vanden Berghe. Zij krijgen drie kinderen (13). Het huwelijk loopt spaak maar hij vindt opnieuw spanning, geluk en een klankbord bij de flamboyante Germaniste, Annemie Coetsier (14).
In 1967 haalt VTB-voorzitter Jozef Van Overstraeten hem naar Antwerpen. In juli 1968 wordt hij er Algemeen Directeur Reizen. Maar de opvolger van Van Overstraeten, Robert Orlent, vindt hem te weinig manager en benoemt hem in 1980 tot secretaris-generaal van de beweging (15).
Op aanstoken van enkele droevige figuren in de VTB-Raad van Bestuur stuurt de volgende kortzichtige voorzitter Roger Quintijn hem in 1992 met prepensioen. In de periode dat Karel verantwoordelijk is voor de afdeling reizen binnen de VTB (1968-1980), ontwikkelt deze organisatie een toeristisch product dat in onze sector zelden haar gelijke vond.
Sinds zijn pensionering speelt De Meulemeester een discrete maar onmiskenbare rol in talrijke Vlaamse verenigingen, instellingen en organisaties: van Toerisme Vlaanderen tot het IJzerbedevaartcomité; van het Overlegcomité van Vlaamse Verenigingen (OVV) tot het Algemeen Nederlands Congres (ANC) en last but not least bij de VVR.
Hij doceert aan tientallen instellingen en scholen en onderwijst aan duizenden studenten: van Coloma/Mechelen tot het Limburgs Universitair Centrum. Talrijke studenten koesteren een dankbare herinnering aan zijn inzicht, inzet en welsprekendheid. Maar hij is vooral een denker, een inspirator en een moderator, dus geen echte doener. Hij keert zich, zonder veel commentaar, af van wie hem niet snel genoeg begrijpt. Karel jaagt niemand op maar vraagt gewoon maar om hem te volgen.
Karel wordt in de loop der jaren geconfronteerd met feiten die hij niet kan beïnvloeden: Van Overstraeten is te oud geworden, Orlent te kortzichtig, Lams te corrupt en Quintijn heeft onvoldoende inzicht en kennis van de reissector om de ideeën die De Meulemeester ontwikkelt inzake toerisme en reizen te begrijpen en te verwezenlijken.
Vandaar dat de afgang van de VTB als reisorganisator na het opheffen van het team Van Overstaeten/De Meulemeester onvermijdelijk was. Toch probeerde hij nog jaren – tevergeefs – als lid van de Raad van Bestuur van de VTB/VAB om het tij te keren. Vandaag is de VTB/VAB een bloeiende automobilistenvereniging, maar betekent niets meer in de reiswereld.
Als cultuurmens behoort Karel tot één van de laatste homo universalis. Hij weet alles van cultuur, literatuur, muziek, geschiedenis en nog zoveel andere disciplines en onderkent al hun onderlinge verbanden. Als Vlaming is zijn betekenis en invloed even groot als discreet.
Alhoewel zijn voorkeur duidelijk was, heeft Karel zich nooit openlijk tot een politieke partij bekend. Zijn bewondering voor Geert Bourgeois en Bart De Wever zijn sprekend en ook het feit dat zijn dochter Ingeborg, NVA-volksvertegenwoordiger geworden is, zegt genoeg.
Karel is een bescheiden man. Om hem niet in verlegenheid te brengen, hanteer ik geen loftrompet maar gebruik enkele, daarom niet minder betekenisvolle woorden: hardwerkend, creatief, verstandig op het geniale af, oprecht, eerlijk, rech-lijnig, vriendelijk, meevoelend en … mijn vriend.
1978, december, Sunair
Sunair verovert de eerste plaats bij de Belgische reis-ondernemingen. De rangorde was als volg (omzet in miljoenen €): Alleen de in vetjes aangeduide bedrijven zijn nog actief in de sector:
- Sunair (36,9)
- Airtour (32,4)
- Club Med (20,42)
- Wirtz Reizen/Sunsnacks (19,45)
- Transair (16,97)
- West Belgium Coach (14,3)
- Generalcar (13,22)
- Raptim (12,72)
- Ultra Montes (12,1)
- CIT (11,57)
- France Tourisme Service (11,42)
- ACC (9,77) – Touring Club Reizen (9,47)
- De Zwaluwen-Skyways (9,35)
- Suncomfort (9,32)
- Voyages Cuvelier-BCD Travel (9,17)
- Jetair/TUI (8,32)
- Centrair (6,47)
- Hotelplan (6,15).
1978, december, UFTAA
De Peruviaan Eduarto Arrarte (+2007) volgt de Amerikaan Robert McMullen op als voorzitter van UFTAA. Hij blijft het tot 1980.
1978, december, Sobelair
Pierre Jonnart wordt aangesteld tot CEO van Sobelair, de (charter) luchtvaartmaatschappij van Sabena.
Pierre Jonnart
Pierre Jonnart (Sint Lambrechts Wolwue 16 september 1924-id. 1 maart 2018) was het prototype van de Belgische superapparatsjik d.w.z. een figuur die leeft voor en door de partijpoliitek, in dit geval bij de PSC. Hij stamde uit een Henegouwse magistraten- en ambtenarenfamilie. Zijn grootvader (Leon), was procureur des Konings in Mons en zijn vader (Albert, 1889-1944) was magistraat in Belgisch Congo. Jonnart speelde een onduidelijke rol in de weerstand en nam in 1944 dienst in het Amerikaans leger waarna hij in amper twee jaar zijn studies van licentiaat in de handelswetenschappen afrondde.
In de jaren vijftig dook hij op bij de Touring Club en werd er later ondervoorzitter. Zijn invloed nam vooral toe toen hij in het begin van de jaren zestig kabinetsmedewerker werd bij CVP-minister van verkeer Albert Bertrand (1913-1986). In dezelfde periode werd hij de vriend en de secretaris van Paul Vanden Boeynants (1919-2001). Tot aan de dood van deze laatste was hij zijn vertrouweling. In de geruchtmakende gijzeling waarvan Vanden Boeynants het slachtoffer was, trad Jonnart op als de woordvoerder van de familie.
Naast talrijke andere functies was Jonnart jarenlang voorzitter van de (Franstalige) Hoge Raad voor toerisme en eerste schepen in Sint Lambrechts Woluwe.
Pierre Jonnart was, zoals de meeste van zijn soortgenoten, een uitermate charmant en dienstvaardig man, maar iedereen wist dat – bij gelegenheid – een wederdienst altijd verwacht werd.
Voetnoten
- Harry Loeffen (°1941) studeerde hotelmanagement in Den Haag en Lausanne en trad in 1968 in dienst van Holiday Club, eerst als directeur van een Holiday Club in Mallorca, in 1972 als inspecteur generaal en in 1975 als algemeen directeur.
(1bis) Ondertussen zijn alle betrokkenen overleden. Het ging om Maurice Michielsen (1938-2021) de beroemde voorzitter van de Brugse bootjesmannen. De man heeft nooit meer gevlogen en reisde de wereld rond per trein en schip. - Deze broer zet hem in 1984 (ongewild) een pad in de korf door in de gemeenteverkiezingen meer stemmen te halen dan WPC, die ondanks het feit dat hij verkozen is, toch niet kan zetelen.
- Dit verhaal is hallucinant: Mannerie ordonneert dat in zijn bedrijf het Frans de enige voertaal is. Volvo vreest voor schade op zijn Vlaamse markt en verbreekt het contract met Mannerie. De rechtbank stelt dat deze verbreking onterecht is en kent aan Mannerie een gigantische schadevergoeding toe (meer dan 25 miljoen €).
- Ondermeer, Tranico Voyages aan de Waterloolaan, het zwaar verlieslatend reisbureau van de gewezen UPAV-voorzitter en Generalcar eigenaar, Jean Robert (+1990).
- De overkoepelende holding van de groep, Cippar, zal trouwens later ook failliet gaan.
- Later neemt de Koning, tegen mijn advies in, ook nog Apollo Reizen van Willy Vlamynck over maar gaat in 1991 failliet. Gelukkig kan Vlamynck opnieuw starten onder de naam Apollo Travel.
- Frans Daels (1882-1972) was de bekendste gynaecoloog van zijn tijd en stamde uit de Franstalige Antwerpse bourgeoisie. Hij werd Vlaams-voelend na zijn ervaringen als legerarts tijdens de Iste Wereldoorlog. Zijn betrokkenheid bij het collaborerende VNV leidde er toe dat hij in 1946 bij verstek ter dood werd veroordeeld. Gelukkig voor hem was hij toen ondergedoken in Zwitserland. Later werd het vonnis herroepen.
- Theo Van Den Driessche (°1932) is jurist en werkte voorheen bij zijn toenmalige schoonvader (Huyghen, Aral-Tenbel) de groep Seghers en de autobusbouwer Van Hool.
- Deze Nederlands onkundige waterdrager van de Waalse linkse politieke klasse zal door zijn sluwheid tot aan zijn pensioen overleven. Hij was economisch waardeloos maar politiek onmisbaar.
- Dhondt en Viseur behoren tot de Waalse wapenlobby en spelen een rol in talrijke dubieuze dossiers, o.a. ook de moord op André Cools.
- De kantoren van Jetair bevonden zich toen boven de Fiat garage, een ander bedrijf van de familie Provoost-Brackx.
- De Purperen Kemel was een prijs toegekend voor de grootste stommiteit van het jaar, begaan in de reiswereld.
- Ingeborg (°1965) is sociaal verpleegkundige en sedert 2010 NVA-volksvertegenwoordiger, Dirk (°1970) is advocaat gespecialiseerd in sociaal recht, Danielle (°1977) werkt voor de VDAB in Lokeren.
- Annemie Coetsier behoort tot wat men een academische familie kan noemen: zowel vader als verschillende broers zijn professoren.
- Na de vervanging van Karel De Meulemeester als manager heeft de afdeling reizen van de VTB nooit nog winst gemaakt!