2001

Renaat Landuyt benoemt, op advies van zijn adjunct kabinetschef en VVR-hater, Dirk Michiels (2), een nieuw technisch comité.

Alhoewel de minister (juridisch) vrij was om te benoemen wie hij wilde, is het gebruikelijk dat wordt rekening gehouden met de representativiteit van de beroeps- en belangenverenigingen van de sector. Zo bestond in de periode 1966-1985 het technisch comité vrijwel uitsluitend uit personen die door UPAV/BBR werden voorgedragen en de overgrote meerderheid van het Franstalig technisch comité heeft altijd bestaan uit UPAV-mandatarissen. De VVR beschikte in de technische comités van 1985 tot 2001 over 5 mandaten. In het nieuw werd dit teruggebracht tot drie.

Het Vlaams decreet van 5 maart 1985 tot oprichting van de Vlaamse Adviesraad Toerisme en de Technische Comités kende in haar artikel 7 §1 a) en b) belangrijke opdrachten toe aan het Technisch Comité (voor de reisbureaus):
a) advies te verstrekken over specifieke beleidsvragen die strikt binnen hun bevoegheidssfeer vallen;
b) advies te verstrekken over toekenning, weigering, opschorting, intrekking van exploitatievergunningen.

Alhoewel het uitsluitend over een adviserende bevoegdheid ging was het vragen van een advies door de overheid wel dwingend en werden zowel de administratie als de politiek geacht om zich te verantwoorden wanneer men een advies naast zich neerlegde.

Het was dan ook belangrijk voor de voornaamste vertegenwoordiger van de Vlaamse reisbureaus, met name de VVR, een bepalende (kritische) stem in dit orgaan te verwerven.

Noch de concurrerende beroepsverenigingen (FBAA, ABTO, BTO), noch de administratie (Toerisme Vlaanderen), noch de toenmalige (linkse) politieke overheid zaten hierop te wachten. Vandaar de poging om de VVR buiten spel te zetten door hun vertegenwoordiging niet alleen de beperken maar ook te onthoofden.

De invloed van de sector werd door het Vlaamse decreet van 2 maart 2007 houdende het  statuut van de reisbureaus nog meer afgezwakt en door de afschaffing van hetzelfde decreet per 1 januari 2014 helemaal weggeveegd.

De VVR had later een onderhoud met minister Landuyt die beloofde een bijsturing van de samenstelling van het technisch comité in overweging te nemen. Dit gebeurde echter niet en de VVR stapte op 1 oktober 2001 dan ook naar de Raad van State die op 25 maart 2002 de benoemingen vernietigde.

In afwachting boycotte de VVR de vergaderingen door telkens slechts één afgevaardigde de sturen waardoor sommige vergaderingen niet konden doorgaan.

De samenstelling was dan ook als volgt:

Ann Bernaerts-Air Travel Center (VVR),
Bart Brackx (°196, Jetair (ABTO),
Lieven De Craemer (°1968, VTB/Jetair (ABTO),
Luc Demuynck (°1942, Penta Reizen (VVR),
Jef Desramault (1951-2018, Escape (VVR,  sedert eind 2000 ongeneeslijk ziek)
Mark De Vriendt (°1966, Garantiefonds (FIT),
Geert Gaens (°1967, Alk Reizen (FBAA),
Luc Glorieux (°1942, FBAA),
Jan Jassogne (°1950, CIB),
Herman Smulders (°1950, Action & Adventure Travel (BNFO),
Geert Staelens (°1942, Staelens Reizen (VVR),
Marlene Stuckens-Rosenbluth International (BTO),
Marianna Van Mullem-Reizen Van Mullem (FBAA),
Annie Verdonck (°1954, Vivaldi Reizen (FBAA),
Brigitte Waignien-Neckermann (ABTO).

Onze toenmalige voorzitter, Luc Demuynck, richtte toen volgende brief aan minister Landuyt:

Mijnheer de minister,

De VVR neemt met verbazing en verontwaardiging kennis van het ministerieel besluit van 23 juli 2001, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 4 augustus 2001, houdende de benoeming van de leden van het technisch comité voor de reisbureaus.

Onder voorbehoud van een procedure tot betwisting van de rechtsgronden van dit ministerieel besluit voor de Raad van State, verzoeken wij U akte te nemen en gevolg te geven aan volgende opmerkingen/bezwaren.

Wij stellen vast dat ondanks haar overweldigende representativiteit in Vlaanderen de VVR slechts vier mandaten wordt toegekend. Daarenboven hebt U de heer Desramault, die overigens een persoonlijke relatie van U is, als VVR-kandidaat benoemd ondanks het feit dat algemeen bekend is dat betrokkene ingevolge een zwaar verkeersongeval voor onbepaalde tijd onmogelijk zijn mandaat kan uitoefenen (3).

In alle publicaties van de VVR, waar zowel Uzelf als Uw medewerkers een exemplaar van ontvangen, werd de gezondheidstoestand van de heer Desramault regelmatig aangehaald.

De heer Desramault was en is niet in staat zijn kandidatuur in te trekken en de VVR heeft gemeend zich in dit verband niet in zijn plaats te mogen stellen.

Onze conclusie: ofwel is Uw kabinet op een onaanvaardbare wijze onwetend over wat er in de reissector omgaat, ofwel benoemde U met opzet, en met een voor ons onvoorstelbaar cynisme, een VVR-kandidaat waarvan U voorafgaandelijk wist dat hij nooit zou zetelen.

Wij stellen vast dat U geen rekening houdt met de wet van 16 juli 1973 waarbij de ideologische en de filosofische strekkingen gewaarborgd wordt en het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact. Een belangrijke politieke strekking in Vlaanderen is immers niet vertegenwoordigd in het technisch comité.

Wij stellen vast dat U evenmin rekening houdt met de door U vooropgestelde evenwichten en representativiteit inzake het aantal leden, de omzet, het tewerkgesteld personeel, de soorten reizen en de soorten reisbureaus.

Inderdaad, de Vereniging van Vlaamse Reisbureaus vertegenwoordigt, met haar meer dan 600 leden, waaronder meer dan 550 Vlaamse vergunninghoudende reisbureauondernemingen en meer dan 950 erkende verkooppunten zowel inzake het aantal ondernemingen en verkooppunten, de omzet, het tewerkgesteld personeel, als de soorten reizen en de soorten reisbureaus meer dan de helft tot tachtig procent van de betreffende criteria.

Wij hadden dan ook gerekend op minstens de helft van de mandaten in het technisch comité, zoals blijkt uit ons schrijven van 25 februari 2000.

Wij stellen vast dat een aantal in het ministerieel besluit geciteerde beroepsverenigingen niet bestaan of althans onder de geciteerde benaming niet bestaan.

Met uitzondering van de VVR vzw en de Vlaamse Raad van autobus- en autocarondernemers en van reisorganisatoren vzw heeft trouwens geen enkele van de door U geciteerde beroeps- of belangenverenigingen een Vlaams karakter. Concreet 

Er bestaat geen vzw Vlaamse raad voor touroperators/Association of Belgian Touroperators, maar wel een Belgische (niet Vlaamse) vzw Association of Belgian Touroperators.

Er bestaat geen Federatie van de Toeristische Industrie van Vlaanderen maar wel een Belgische (niet Vlaamse) Federatie van de Toeristische Industrie die slechts in zeer beperkte mate de reisbureaus (waaronder ook de Franstalige) vertegenwoordigt.

Ik vind op de website van het Belgische Staatsblad geen vereniging zonder winstoogmerk Beroepsfederatie van de Natuursport Ondernemingen vzw

Er bestaat geen Belgian Travel Organisation Vlaanderen maar wel een (Belgische) Belgian Travel Organisation.

Bij de analyse van de benoemingen stellen wij vast dat :

– de VVR slechts 3 effectieve mandaten verkreeg;

– de Vlaamse raad van autocarondernemers en van reisorganisatoren (onderdeel van de Belgische FBAA) met slechts 200 leden reisbureaus, waarvan de overgrote meerderheid ook bij de VVR is aangesloten: drie mandaten;

– de onbestaande vzw Vlaamse raad voor touroperators (onderdeel van Association Belgian Touroperators met een vijftiental Vlaamse leden): drie mandaten;

– de onbestaande vzw Federatie van de Toeristische Industrie van Vlaanderen (onderdeel van Federatie van de Toeristische Industrie, die geen bedrijven maar belangengroepen vertegenwoordigt en ook niet overwegend bij de reisbureausector horen: drie mandaten;

– de onbestaande Belgian Travel Organisation Vlaanderen (onderdeel van de Belgian Travel Organisation met een vijftal leden in Vlaanderen: één mandaat;

de onvindbare vzw Beroepsfederatie van de Natuursport Ondernemingen vzw: één mandaat;

– vier mandaten werden toegekend (meer dan aan de VVR !) aan kaderleden van multinationals (2 aan het Duitse Preussag/TUI, 1 aan het Duitse Thomas Cook, 1 aan het Amerikaans Rosenbluth).

– slechts twee echte zelfstandige reisagenten in het comité werden benoemd.

Wij stellen vast dat U geen gevolg hebt gegeven aan ons verzoek, gebaseerd op de uitdrukkelijke wens van de VVR, om de heer Van Eeckhout, te benoemen. Het is voor eenieder onbegrijpelijk en voor ons onaanvaardbaar dat onze gedelegeerd bestuurder, tevens stichter van onze beroepsvereniging, tevens en tot op vandaag bezieler met concrete inzet en werk, niet werd benoemd.

Niemand in Vlaanderen weet meer over de reissector en kan met zijn adviezen de administratie meer bijstaan. De notulen van de vergaderingen van het technisch comité leggen, op een zakelijke wijze, hiervan getuigenis af. Deze noodzakelijke know how valt, binnen de kring van de pas benoemden leden van het technisch comité, weg.

In het licht van hoger aangehaalde punten en na overleg met het dagelijks bestuur van de VVR en met onze raadsman stellen wij dan ook vast dat het ministerieel besluit van 23 juli 2001 houdende de benoeming van de leden van het TC van de reisbureaus in een dergelijke mate indruist tegen de wettelijke regels die U beweert te volgen, dat ik als VVR voorzitter, overweeg om uit protest mijn benoeming tot lid van bedoeld TC comité te weigeren.

Ikzelf en de heer Van Eeckhout, verzoeken U dan ook om een persoonlijk onderhoud binnen de kortst mogelijke termijn en om praktische redenen voor de eerste vergadering van het nieuw technisch comité die is gepland op 4 september.

In afwachting van Uw bericht, met de meeste hoogachting.

Luc Demuynck, voorzitter