
Vanaf 1936 geniet Arthur Haulot steeds meer bekendheid als geëngageerde linkse journalist bij het toenmalige N.I.R. (thans RTBF). In deze functie betoont hij zijn interesse voor het sociaal toerisme en wordt in 1937 secretaris van een commissie die de wetgeving inzake het betaald verlof zal begeleiden, later wordt hij directeur van het Nationaal Bureau voor Arbeidsvakanties en in 1939 stapt hij over naar het nieuw opgerichte Commissariaat-Generaal voor toerisme.
Nadat de toenmalige commissaris-generaal, Jan Albert Gooris (1899-1984), beter bekend als Marnix Gijsen) in 1940 verkiest om de oorlog in New York door te brengen (waar hij later consul-generaal voor België wordt, vervangt Haulot hem in België. Vanaf mei 1940 engageert Haulot zich in het verzet. Hij richt Le Clandestin en L’Espoir, twee clandestiene kranten op maar wordt op 27 december 1941 door de Gestapo opgepakt. Bijna vier jaar verblijft hij, eerst in Mauthausen, later in Dachau maar overleeft deze verschrikking. Terug in België wordt hij, op eigen verzoek, verslaggever van Le Peuple op het proces van Nürenberg en publiceert een aantal opmerkelijke artikels.
Als commissaris-generaal wordt hij één van de grote figuren van het Belgisch, zelfs mondiaal, toerisme. Hij ligt onder meer aan de basis van de ontwikkeling van het sociaal toerisme in Europa en van vrijwel elke wet die het toerisme aanbelangt.
Op politiek vlak is zijn invloed bij de Parti Socialiste, ondanks zijn hoge leeftijd, opmerkelijk. Hij overlijdt op 24 mei 2005.
Als slachtoffer van het nazisme cultiveert hij een afkeer van alles wat ook maar een beetje naar rechts en naar nationalisme zweemt, maar is daarbij selectief. Het Waals nationalisme tolereert hij maar voor het Vlaamse heeft hij alleen maar misprijzen. Hij kent de VVR maar verplaatst zich naar de andere kant van de zaal wanneer hij iemand van deze vereniging de hand zou moeten drukken. Zijn afkeer voor de VVR gaat echter niet zo ver dat hij afwezig blijft op recepties waar de VVR ook uitgenodigd is.
Hij zal nooit een buitenlandse invitatie weigeren, zelfs al moet hij op het vliegtuig naast de voorzitter van de VVR plaatsnemen. Hij begrijpt Nederlands maar heeft het, bij mijn weten, nooit gesproken, laat staan geschreven.