1971

1971, TEA

Georges Gutelman stichtte Trans European Airways (TEA).

Georges Gutelman

Ik heb Gutelman slechts eenmaal in levende lijve ontmoet en dit op aandringen van Rudolf Vanmoerkerke (1924-2014). Deze laatste had met Gutelman al een overeenkomst gesloten maar had er blijkbaar toch geen goed gevoel bij. Hij vroeg mij met Gutelman te gaan praten zogenaamd om hem (Gutelman) een inzicht te geven hoe de reisagenten tegenover een nieuwe chartermaatschappij stonden.

In feite moest ik voor Vanmoerkerke een soort psychologische analyse van zijn partner maken. Ik kwam van een kale reis terug. De man was zo ondoorzichtig en zo hard als de Sfinx van Gizeh, beantwoordde geen vragen en stelde er ook geen. Het gesprek was dan ook kort. Wel sloot hij het onderhoud af met de mededeling, dat als ik een free seat op TEA wilde, ik maar met zijn secretaresse moest bellen. Ik heb NOOIT van dit aanbod gebruik gemaakt, naar ik later vernam, vele anderen wel…


Georges Guttelman

De Luikenaar Georges Gutelman (Luik 1938-Israel 2019) was de zoon van Pools-Joodse immigranten. Zijn moeder stief in Auschwitz maar hijzelf en zijn broer dokten onder bij een katholiek gezin in België.

Als student en jong burgerlijk ingenieur organiseerde hij charters naar de V.S. (1963). Zijn jeugd- en studievriend Jean Gol (geboren Goldsteyn, 1942-1995, eerst socialist later VLD-minister) was zijn steun en toeverlaat en bezorgde hem toegang tot de hoge politiek en de vrijmetselarij (zie nota 1).

In juni 1971 sloot hij zijn eerste groot contract af met Sunair maar later stapte hij zonder verpinken over naar diens grote concurrent Sunsnacks die hij later zelfs  overnam.

Ondertussen had hij in 1974 wel de eerste Airbus A300 in gebruik genomen. Een zustermaatschappij, Teamco, gespecialiseerd in het onderhoud van vliegtuigen, verwierf een groot NAVO order, met name een onderhoudscontract voor helikopters. Ook daar waren de politieke vrienden niet vreemd aan.

Gutelman had geen enkele scrupule wanneer het om zaken ging. Hij wisselde al even snel van klant of leverancier als van hemd en dat was snel want hij was zeer op zijn uiterlijk gesteld en droeg soms drie verse hemden per dag. Hij was discreet maar zijn levensstijl was daarom niet minder exuberant. Zo bezat TEA ook een zakenjet, zogenaamd om te verhuren, in werkelijkheid deed zijn echtgenote er de boodschappen mee in Rome of Milaan en ook de vrienden vlogen frequent mee.

Rekening houdend met zijn achtergrond had hij uiteraard geen probleem om in het grootste geheim, maar tegen royale vergoeding, Ethiopische joden naar Israël te vervoeren. Maar anderzijds bracht hij ook duizenden Islamitische pelgrims naar Mekka (zie nota 2). In mei 1989 bestelde Gutelman 12 nieuwe Airbus A310-A300 toestellen voor een waarde van 750 miljoen $ (zie nota 3)

De toekomst van de luchtvaart diende zich immers schitterend aan en binnenkort, zo dacht hij, zou er een tekort aan vliegtuigen zijn. In hetzelfde jaar gebruikte hij een deel van het krediet voor zijn vliegtuigen om zijn grootste klant, Sunsnacks, te kopen.

Volgens de Tijd-journalist Verduyn betaalde hij daar 20 miljoen € voor aan de familie Wirtz (zie nota 4).

In 1991 sloeg het noodlot echter toe, de Golfcrisis brak uit en de luchtvaart werd getroffen door een van de grootste crisissen uit haar geschiedenis. Gutelman geraakte zijn nieuwe vliegtuigen niet aan de straatstenen kwijt.

Op 6 september 1991 vroeg TEA een gerechtelijk akkoord aan. Dit werd op 26 september goedgekeurd maar op 10 oktober werd het faillissement toch uitgesproken. In de maanden die volgden gingen ook een aantal dochter-maatschappijen in Frankrijk, Zwitserland, Italië, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk over kop of werden door de curatoren van de hand gedaan. Ondertussen leurde Gutelman met Sunsnacks, zowel bij Sunair als bij Neckermann. Uiteindelijk zou deze laatste, met de steun van de VVR en UPAV, het pleit winnen, nadat zij er zich toe hadden verbonden Sunsnacks in de open distributie te houden.

Enkele weken na het faillissement was Gutelman terug (discreet) in de running. Zijn vriend Dr.med Victor Hasson (1958-2005, zie nota 5), eigenaar van de City Hotels kwam hem ter hulp en kocht voor 540.000 € het handelsfonds van het failliete TEA. Sobelair had nochtans 1 miljoen € geboden maar dit werd door de (Luikse) curatoren afgewimpeld (zie nota 6). In februari 1992 nam de nieuwe maatschappij de naam European Belgian Airlines (EBA) aan.

Eind juni 1992 verdween Paul Peeters, directeur van EBA en werd de facto vervangen door Gutelman. In dezelfde periode verminderde City Hotels haar aandeel in EBA van 99 tot 51 %,. De overige 49 % werden ondergebracht bij “discrete aandeelhouders”. Iedereen wist dat het om Gutelman ging.

Dat minder dan een jaar na een faillissement met een deficit van 80 miljoen €, de voornaamste verantwoordelijke opnieuw als aandeelhouder en manager opdook, was  alleen in België mogelijk. Even onwaarschijnlijk is dat in mei 2000, bijna tien jaar na een waarschijnlijk frauduleus faillissement Gutelman buiten vervolging werd gesteld.

Voornaamste argument: er was een minnelijke schikking met de curatoren! Deze curatoren hadden geen andere keuze! Gutelman beschikte immers over voldoende documenten om te bewijzen dat het handelsfonds van TEA voor een veel te lage, zelfs bedrieglijke prijs, aan Hasson (dus niet aan hem!) was verkocht.

In 1993 dook Gutelman (onrechtstreeks) op in het Augusta dossier. Zijn zwager Georges Cywie, wapenhandelaar en miljardair was de vertegenwoordiger van Augusta in België en werd tweemaal aangehouden maar uiteindelijk ook buiten vervolging gesteld (zie nota 7).

Een andere nauwe vriend van Gutelman, Raoul Stuyck (1945-2013) verging het minder goed. Stuyck werd na een frauduleus faillissement voor enkele jaren opgesloten, maar hield de kaken stijf op elkaar. Er is nooit een verklaring gevonden waarom deze oplichter bestuurder was bij één van de dochtermaatschappijen van TEA (Furness Travel), waarom hij drie voormiddagen per week op het hoofdkwartier van TEA zat, waarom hij beschikte over een laissez passer van de luchthaven van Zaventem uitgegeven door TEA. Niemand heeft ooit geweten wat hij er exact uitvoerde.

Op 6 februari 1996 deelde Hasson mee dat EBA was verkocht aan Richard Branson (°1950), die de maatschappij kort daarna omdoopte tot Virgin Express. Gutelman, die voor 39 % aandeelhouder was, passeert glunderend langs de kassa. Het overname-bedrag voor 90 % van de aandelen bedroeg 45 miljoen €!  Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Op 26 september 1996 kondigde Hasson de oprichting van een lange-afstand-luchtvaartmaatschappij (Citybird) aan. Weer was Gutelman de man achter de schermen.

Enkele jaren ging het goed maar in 2000 verbrak Sabena het samenwerkingscontract. In dat jaar incasseerde City Bird een verlies van 62 miljoen € en in oktober 2001 was het opnieuw zover: Gutelman ging nog maar eens failliet.

Wie denkt dat iemand die al deze faillissementen heeft ondergaan geen lust meer heeft om opnieuw in dezelfde sector te stappen, heeft – indien het over gewone mensen gaat – gelijk. Niet wanneer het Gutelman betrof. Op 27 februari 2002 werd de nieuwe luchtvaartmaatschappij Birdy Airlines opgericht en kreeg meteen een contract voor de Afrika-vluchten van SN Brussels Airlines (zie nota 8).

Vlieglicenties bleken, in tegenstelling tot bij andere ondernemers, geen enkel probleem te zijn. Het bestuur der luchtvaart zat immers vol met door ex-Citybird bestuurder, Herman De Croo (°1937), benoemde ambtenaren.

Maar Birdy hield het niet lang vol, in oktober 2004 werden alle activiteiten overgedragen aan SN Brussels Airlines. Dit had vooral te maken met de slepende ziekte van Victor Hasson (1958-2005), die trouwens in januari 2005 overleed.

Toch bleken er in de magistratuur personen te zijn die zich vragen stelden bij de carrière van Gutelman. Op 18 februari 2004 werd hij door de Brusselse onderzoeksrechter Michel Claise (°1956) aangehouden op verdenking van witwassen van gelden, maar enkele dagen later, tot ieders verbazing, opnieuw vrijgelaten.

Het laatst (bekende) initiatief van Gutelman greep plaats in augustus 2006. Samen met Albert Hasson, broer van Victor, stapte hij in Alma Telecom een nieuw bedrijf dat gespecialiseerd was in GSM projecten naar en in Afrika. 

In november 2010 sloot het parket het onderzoek naar het faillissement van Citybird af. De raadkamer zou later beslissen of Gutelman in vervolging werd gesteld. Dit gebeurde vanzelfsprekend niet, de grote vriend – Herman De Croo (°1937) had immers, nog niets van zijn invloed ingeboet.

Sedert 2015 leefde Gutelman in Israel waar hij op 5 november 2019 is overleden

1971, januari, Sunair

Een dochtermaatschappij van Sunair, Voyages Horizons/Congres, deelde mee kantoren te zullen openen in de Delhaize warenhuizen. Alhoewel dit plan niet werd gerealiseerd, versterkte dit initiatief het wantrouwen van veel reisagenten ten overstaan van Vanmoerkerke.

1971, januari-februari, Embryo van VVR …

De vier grootste Belgische touroperators (Airtour, Sunair, Suncomfort, Centrair) kondigden aan dat voortaan alle reisbureaus een basiscommissie van 12,5 % zouden ontvangen + een super-commissie van 0,5 % voor de omzet boven het één miljoen BEF (25.000 €).

Daar stond uiteraard één en ander tegenover. ondermeer: voortaan moest een voorschot van 1000 BEF (25 €) aan de touroperators worden doorgestort en moest het saldo twee dagen voor vertrek van de klant worden betaald.

De aandeelhouders van Airtour mochten niet meer aan niet-vennoten leveren. Dit betekende dat heel wat reisbureaus hun commissie van 16 % zagen dalen tot 13 %.

Een groep reisagenten dreigde met de oprichting van een touroperator, dit in samenwerking met de chartermaatschappij Pomair. Die kwam er echter niet. Later verschenen wel de VVR en de United Travel Organizers op het toneel. In de Travel Trade Gazette International van 12 februari 1971 werd voor het eerst melding gemaakt van een zekere Antoon Van Eeckhout, als leider van de angry travel agents, samen met Josef Appels (1916-1989, De Trekvogel, Turnhout) en Paul Geurts (Geurts Reizen, Antwerpen).

1971, maart, Kortingen

Een aantal reisagenten, binnen en buiten de toenmalige beroepsvereniging UPAV, drukten hun bezorgdheid uit over het feit dat sommige reisbureauketens kortingen verleenden aan personeelsleden van grote bedrijven.

Als voorbeeld werd aangehaald dat het reisbureau Transcontinental 5 % korting gaf op Airtour producten aan alle personeelsleden van de warenhuisgroep Priba. De touroperators verklaarden geen kennis te hebben van dergelijke praktijken.

1971, maart, Nederland

De plannen tot de oprichting van een Garantiefonds werden openbaar gemaakt. Enkele maanden later werd de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) een feit.

1971, maart, UFTAA

De UFTAA verzette zich tegen de invoering van de Internationale Overeenkomst betreffende het Reiscontract. De voorzitter, Gunmar von Haartman (+1974) stelde dat de reisagenten steeds maar armer werden en zich deze strenge wetgeving niet konden veroorloven.

1971, april, Pomair

John Dumortier start de (charter) luchtvaartmaatschappij Pomair. De voornaamste aandeelhouder (60 %) was de familie Pommée, die ook een groot transportbedrijf bezat. Men was van plan ook een touroperator op te richten maar de hiervoor aangezochte reisbureaus haakten af omdat men geen vertrouwen had in Dumortier, die men kende van toen hij directeur was van, eerst Sunair, later Suncomfort. Pomair ging in oktober 1974 failliet

1971, april, Club del Sol

Bij de meeste reisbureaus, dus ook het mijne, viel een brochure binnen met een, tot dan toe, eerder zeldzaam product: vakantiewoningen. Het vormde een alternatief voor Immotour, een zustermaatschappij van de, niet echt populaire, Airtour. De voorstellen leken in die mate interessant dat ik contact zocht met de uitgever, een man, die één der merkwaardigste figuren van de Vlaamse reiswereld zou worden: Eddy De Smet, beter bekend als Dikken Eddy.

Eddy De Smet

Eddy De Smet werd geboren in Zottegem op 3 april 1943 als oudste kind van Herman, een kruidenierszoon (die later magazijnier wordt) en een slagersdochter uit Boechout.

eddy de smet

In zijn jeugd ontmoette hij; tijdens familiefeesten, een achterneefje die hij jaren later opnieuw zou treffen: Fredje Van Bellinghen (°1947, later de advocaat van de VVR) . Eén van de grootmoeders van Eddy was de zus van de echtgenote van grootvader Alex Van Bellinghen.

Eddy deed zijn middelbaar aan het St-Stanislascollege in Berchem maar had geen ambitie voor hogere studies, alhoewel zijn leraars hem daar bekwaam toe achtten. Na zijn legerdienst bij het Vde Linie in Soest vond hij een betrekking bij de Belgische Bankmaatschappij (zie nota 9). Hij werd er consolidator met de Nationale Bank en versluisde, vanuit zijn opdracht, dagelijks vele miljoenen.

Hij beweerde zijn obsessie voor geld in die periode te hebben opgedaan en kwalificeerde deze afwijking dan ook als een beroepsziekte. In 1965 werd hij gemeenteambtenaar in Mortsel op de dienst financiën, maar hij deed het werk waarvoor zijn voorganger een ganse dag nodig had op twee uur, hij kreeg er dan maatschappelijk werk bij. maar ook dat gaf hem geen volledige dagtaak. Toen hij nog werk bij vroeg, vond zijn baas het welletjes en verzocht hem geen slechte voorbeelden te geven aan zijn collega’s.

Hij ging dan maar op zoek naar een bijkomende job, want over het salaris in de gemeente was hij ook niet echt in de wolken. Hij keek rond en stelde vast dat de reissector the place to be was.

Hij kluste wat bij als agent van de vakantiewoningenverhuurder Immo-Spain (Cosaert) maar hij verdroeg geen gezag en in 1967 stichtte hij zijn eigen bedrijfje, Club del Sol, met projecten in Spanje en Noord-Italië. Deze laatste betrok hij als exclusief agent van het vakantiewoningenprogramma van Amtliches Bayrisches Reisebüro. De Smet had immers iets met de Duitse taal en cultuur en hij was ook fysiek uitgegroeid tot een imposante figuur. Hij had de eetlust, de buik, de stem en zoveel meer van een Beier.

Maar ook in de jaren zestig hadden targets al hun plaats verworven. Om te voldoen aan de eisen van zijn leveranciers was De Smet verplicht naar de reisbureaus te stappen, hij deed dit met zijn zomerbrochure 1971. Wij ontmoetten elkaar voor het eerst op een zondag in maart 1971 in een restaurant in Zeebrugge (op weekdagen hadden wij geen tijd) en De Smet verbaasde mij met de enorme hoeveelheden voedsel die hij tot zich nam en door zijn klare kijk op de reiswereld, zonder er echt toe te behoren. Hij was (nog) geen reisagent maar wist goed, hoe het allemaal in elkaar zat. Het klikte meteen in dergelijke mate dat wij beslisten samen te werken.

Op 22 december 1971 opende ik met hem een franchise-bijkantoor in Borgerhout. Maar wie kan zo een man in toom houden? Binnen het Europareizen samenwerkingsverband werd dan ook beslist om De Smet op te nemen als partner. In afwachting van een reorganisatie werd het kantoor Borgerhout op 1 april 1973 (voorlopig) een bijkantoor van Europareizen Merelbeke van Yvan de Sutter (1937-2006).

Maar tussen De Sutter en De Smet klikte het niet en in 1975 ging De Smet zijn eigen weg onder de naam Sunnytours. Deze reisketen kende een lang (1975-1996) en voorspoedig bestaan. Heel wat reisagenten leerden er het vak (zie nota 10) en een groot aantal nieuwe initiatieven ontsproten in die periode uit het vruchtbaar brein van De Smet.

Denken wij maar aan de Witte Reizen, Duotours, Sunshine Express, enz. Samen met zijn toenmalige echtgenote Soni Smets (1945-2003) runde hij niet alleen Sunnytours, maar ook het autocarbedrijf van zijn schoonvader (ARAC), het samenwerkingsverband UTO International (zie nota 11), en een aantal vastgoedprojecten in Spanje.

Na de Sunnytours periode was De Smet nog actief bij Special World Travel (1993-2003) en van 2001 tot 2014 bij Freetours International. Het handelsfonds van de originele Freetours uit Marke (Decin) had hij in 1990 verworven en later doorverkocht aan de veel te vroeg gestorven Pascale Martens (1968-2000). Na haar overlijden nam hij het bedrijf terug in handen en maakte er een autocartour operator van. De laatste jaren van zijn carrière was Eddy nog enkel mandaatdrager van een Amerikaanse holding (LB Management).

Eddy was een man met vele gezichten. De meeste kenden hem als een joviale en goedlachse Antwerpenaar; anderen als een gewiekst zakenman die elke opportuniteit zag en aanpakte. Ik ken hem vooral als een bekwaam professioneel en een hondstrouwe vriend. Wel had hij niet veel echte vrienden. Hij was berucht om zijn extreme zuinigheid, maar ook om zijn vraatzucht. Ik heb hem ooit, en niet voor de grap, een buffet zien verlaten, met in elke zak een kreeft.

Zijn gierigheid, speelde hem, samen met zijn principiële houding, heel wat parten. Zo boekte ooit een gewezen medewerker op zijn vergunningsnummer een reis bij Jetair. Wegens gebrek aan, volgens Eddy te duur, personeel bleef de – ten onrechte gestuurde – bevestiging ongecontroleerd. Jetair drong aan op betaling van de, onterecht opgemaakte, factuur; De Smet weigerde te betalen; Jetair dagvaardde Sunnytours; De Smet vond dat zijn gelijk overduidelijk was en stelde geen advocaat aan; Sunnytours werd veroordeeld. De Smet bleef weigeren te betalen; Jetair dagvaardde in faillissement en Sunnytours werd failliet verklaard!

In de Duotours periode verkocht hij loterijbriefjes op Vlaamse markten en braderijen. Hij organiseerde de reis; speelde op heen- en terugreis ‘s nachts tweede chauffeur op één van de autocars en gidste overdag een andere groep. De andere nachten van het verblijf troostte hij eenzame dames die hij wijsmaakte dat zijn vrouw hem had verlaten en hij alleen voor vier kleine kinderen moest zorgen (zie nota 12).

Eddy hield dus van vrouwen, maar nog meer van geld, hij wilde dus zijn vrouwen niet onderhouden en hij betaalde er de tol voor: twee echtscheidingen.

Eddy hield van mensen, maar niet van allemaal; een donkere huid maakte hem zenuwachtig, maar ook veel mensen hielden niet van hem; dus hij had meer vijanden dan de gemiddelde Vlaming.

Eddy hield niet van dominante touroperators. Hij betaalde er dan ook de tol voor: bijv. het door Jetair uitgelokte faillissement van Sunnytours.

Eddy hield niet van de belastingen. Als ambtenaar had hij gezien hoe de overheid met zijn geld omsprong  maar de fiscus hield ook niet van hem, met alle gevolgen van dien …

Eddy hield van veel, lekker en vooral zoet eten, hij betaalde er de tol voor. Hij vervoegde de Vlaamse horde van diabetici.

Eddy had drie kinderen: Christel (°1973, ooit airhostess, thans partner in het bedrijf van haar echtgenoot), Koen (°1976, zijn opvolger bij Freetours, thans niet meer in de sector), en Inge (°1980, die lang in Spanje actief was).

Eddy overleed aan een hartaanval op 29 juni 2016, enkele dagen na mijn 75ste  verjaardagsfeest, waar hij de restjes van zijn disgenoten had verorberd.

1971, juni, Reisagenten

Op het congres van de Union of Official Travel Organisations (de voorganger van de NWTO) in Nassau (Bahama’s) verklaarde Prof. Dr. Edward Barnet van de School of Travel Industry Management: travel agents may disappear in ten years. Dit veroorzaakte grote ophef wereldwijd. Tot op heden is deze voorspelling echter (gelukkig) niet bewaarheid.

1971, juli, Jetair

Oprichting van Jetair, met een kapitaal van 50.000 €. Naast Gerard Brackx (1931-2011) waren de stichters: Emile (1899-1976), François en Roger Provoost, Enrica Vandenberghe, Burggraaf de Preudhomme d’Hailly de Nieuport (zie nota 13) en Nelly Vantomme (1931-2011 (zie nota 14). 

Gerard Brackx

Gerard Brackx werd geboren in Stene-Oostende op 22 maart 1931 als derde kind van Camiel (1889-1936), een fietsenmaker en Euphemie Kint (1894-1966).

gerard brackx

Gerard Brackx volgt middelbare studies aan het O.L.V College in Oostende en werd op jonge leeftijd verkoper in het garage- en autocarbedrijf van zijn toekomstige schoonvader, Emiel Provoost (1899-1976). Hij verkocht er niet alleen met groot enthousiasme het, thans verdwenen automerk, Borgward maar versierde er ook de knappe en levendige dochter, Diane (1934-2013). Zij huwden in 1955. 

Hij overtuigde zijn schoonvader om voor eigen rekening vanaf 1957 busreizen naar Oostenrijk, en later naar andere bestemmingen, in te leggen en trad dikwijls op als gids en reisleider. De vrouwelijke klanten waren weg van het kleine kwieke mannetje en hij incasseerde zonder verpinken flinke bedragen aan drinkgeld terwijl hij wijselijk verzweeg dat hij de schoonzoon van de baas en later zelf de baas was.

In 1958 kreeg hij de leiding over de afdeling reizen van het autocar- en vervoerbedrijf van zijn schoonvader en doopte het om tot Royal Tours. Omdat de vraag naar de bestemming Spanje steeds maar toenam, werd vanaf 1962 massaal op deze bestemming gereden. Hij ontdekte er een onooglijk vissersdorpje maar met mooie stranden en een fantastisch microklimaat en richtte voortaan al zijn energie op deze locatie en maakte er een topbestemming van: BENIDORM.

Nog voor het begrip was uitgevonden, paste hij er verticale integratie toe want nadat hij in 1969 de Belroy Palace opende, controleerde hij zowel het vervoer, het logies, de organisatie als de detailverkoop.

Gerard Brackx zag het succes van Airtour en de opkomst van stadsgenoot en latere rivaal Rudolf Vanmoerkerke (1924-2014). Hij besefte dat een autocarbedrijf voor middellange afstandsreizen geen perspectief meer bood en richtte in 1971 zijn eigen touroperator (Jetair) op.

Eigenzinnig als hij was, zocht hij andere wegen dan de toenmalige klassieke touroperators. Hij ging direct naar de klant en gebruikte agressieve directe promotiet in samenwerking met Roularta, uitgever van streekkranten, Knack en Trends. Hij had er goede connecties via zijn neef Pol Floré (1939-2014), die zelf familiebanden had met de voornaamste aandeelhouder van de Roularta groep (zie nota 15). Brackx zag  echter snel zijn fout in en gooide het roer resoluut om. Voortaan werden de reisagenten zijn beste vrienden. Zijn devies luidde: if you can not beat them, join them! Hij zou dit principe later, met groot financieel succes, ook bij TUI toepassen;

In september 1974 richtte hij zijn eigen reis- en franchiseketen op, Royal Tours genaamd, die het handelsfonds reisagentschap van de pvba E. Provoost overnam. Deze keten ontwikkelde zich later tot een franchisebedrijf waaruit heel wat reisbureaus voortspruiten (o.a. Flash Travel) en vormde de kern van het huidige TUI-center, de grootste reisketen van België (zie nota 16).

Terwijl Brackx de relaties met de reisbureaus, nu in samenwerking met de recent opgericht VVR, verbeterde, stichtte hij in oktober 1977 Jettouring. In oktober 1985 zoul het worden omgevormd tot Sunjets.

Na het faillissement van Airtour (1980) vonden Jetair en de VVR elkaar in hun strijd tegen de dominantie van Sunair. In dit kader leidde mijn advies om te investeren in informatica tot het, door Jetair, met succes, gelanceerde zogenaamde viewdatasysteem.

Jetair was ook de enige touroperator die mij volgde bij de oprichting van de Geschillencommissie; en ook onze (mislukte) poging om Airtour 2000 over te nemen, bracht ons dichter bij elkaar. Enkel de omvorming van Jettouring tot de direct verkoper Sunjets vertroebelde onze relatie. Brackx heeft tegenover mij nooit zijn betrokkenheid bij Sunjets erkend.

Zelfs in gesprekken onder vier ogen beweerde hij dat de eigenaars van Sunjets een zekere Maurice Rose en Claude Perignon (1952-2015,  (zie nota 17) waren en dat Jetair enkel de logistieke ondersteuning leverde. Evenzo zweeg  hij over het feit dat hij in maart 1986 de medeoprichter was van een andere gevaarlijke concurrent van zijn vrienden de reisagenten: Connections.

Ondertussen had ons bondgenootschap zich ontwikkeld tot een echte, later zou blijken geen hechte, vriendschap. Vooral na het overlijden van onze zoon, hadden mijn echtgenote en ikzelf grote steun aan Gerard en zijn echtgenote, Diane. Achter de harde, soms meedogenloze en een beetje achterbakse zakenman, schuilde immers een warme persoonlijkheid met een groot en genereus hart voor allen die hem lief waren.

Hoe kwam daar een einde aan? Alles had te maken met het Garantiefonds! Brackx was er een groot voorstander van en ambieerde het voorzitterschap. Eens en voor altijd wilde hij zijn rivaal, Vanmoerkerke – die hem in ABTO zo dikwijls vernederde – de loef afsteken. Samen vonden wij onze man voor het Garantiefonds in de persoon van Baron Maurits Wollecamp (1927-1997), een figuur uit de West-Vlaamse CVP waar Gerard veel contacten heeft.

Maar anderenwaren niet gelukkig met zijn voorzitterschap Vanuit UPAV, waarmee de VVR sedert het aantreden van Jean-Philippe Cuvelier (°1957) als voorzitter (1992) goede relaties had, werd grote druk uitgeoefend om Brackx niet verder te steunen als voorzitter. Zelfs vanuit ABTO, die hem als haar vertegenwoordiger had aangeduid, kwamen signalen dat men liever iemand anders zou zien (zie nota 18).

Brackx was inderdaad niet de meest geschikte voorzitter om uitgebreide raden van bestuur te leiden. Hij dacht en sprak vrij chaotisch en kon moeilijk op een democratische overtuigende manier beslissingen laten nemen.

Ook binnen de raad van bestuur van de VVR genoot Brackx geen onverdeelde sympathie. Gevolg: ik maakte de grootste fout uit mijn carrière; ik luisterde niet naar mijn hart, koos niet voor de vriendschap maar voor de twijfelachtige visie van anderen op wat zij zagen of beweerden te zien als de belangen van de sector. Ik probeerde het Gerard duidelijk te maken: dat het niet persoonlijk was, dat ik er zelf niet achter stond, maar de beslissingen van mijn raad van bestuur moest volgen.

Maar er  waren wonden geslagen, die heelden maar de pijnlijke littekens zijn altiojd gebleven, zeker na wat nog zou volgen. Inderdaad, in januari 1995 werd Gerard opnieuw verkozen tot voorzitter van het Garantiefonds. 

Het einde van onze vriendschap komt er op 12 december 1995. Die dag moet het nieuw samengestelde technisch comité voor de reisbureaus bij Toerisme Vlaanderen een voorzitter kiezen. Kandidaten waren Luc Glorieux (°1942, BAAV) en Antoon Van Eeckhout. Een ziekenwagen bracht mij naar Brussel, want ik was doodziek en kon nauwelijks op mijn benen staan. Enkele dagen voordien was immers een hepatitis A besmetting vastgesteld, opgelopen in een restaurant in Thailand.

De eerste stemronde gaf 7 stemmen voor Glorieux, 7 voor mij  en 1 blanco. Een tweede gaf 8 stemmen voor Glorieux en 7 voor mij. Uit analyse van de stemming bleek dat het waarschijnlijk Bart Brackx (°1962) was die zijn blanco stem had gewijzigd in een stem tegen mij. Ik sprak zowel Bart als Gerard hierover aan maar beide weigeren dit te bevestigen of te ontkennen (zie nota 19).

Ondertussen smeedde de familie Brackx nieuwe plannen. Enkele jaren voordien had ik hen verteld dat ik in 1989 was benaderd door André Deelen (1944-1996,   (zie nota 20) om hem bij te staan bij de oprichting van Touropa Belgium, een dochter-vennootschap van TUI.

Toen ik later bij Deelen informeerde wanneer men nu zou starten, deelde hij mij mee dat TUI afzag van een eigen touroperator omdat zij de overname van een bestaande groep beoogden. Zowel Sunsnacks, Sunair als Jetair stonden op het verlanglijstje. Toen was Sunsnacks echter al overgenomen door Neckermann (later Thomas Cook).

Het ging dus tussen Jetair of Sunair. Gerard Brackx wist, beter dan wie ook, dat een overname van Sunair door TUI op termijn het einde van Jetair zou betekenen.Hij zou lokaal en internationaal worden vermorzeld tussen de twee Europese giganten.

Maar hij had wel een paar troeven in huis. Voor TUI was Jetair goedkoper dan Sunair; de structuur van de onderneming was eenvoudiger. Men sleepte bijv. geen verlies-latende luchtvaartmaatschappij en vakantiedorpen mee en had een eenvoudiger aandeelhouderstructuur.

In het grootste geheim verkocht Brackx 35 % van zijn aandelen aan TUI samen met het aankooprecht op de resterende. De hardnekkigheid waarmee Brackx eerst de betrokkenheid, later het bestaan van een overnameovereenkomst, ontkende was kenmerkend voor hem. Dezelfde strategie gebruikte hij trouwens met Sunjets.

Het pleitte voor het strategisch inzicht van Brackx dat hij de volledige overname van zijn Jetairgroep kon uitstellen tot TUI bereid was het management van de Belgische TUI-filialen aan de tweede generatie Brackxen toe te vertrouwen. en vooral dat hij zijn huid zo duur verkocht. Op 3 april 2001 werd bekend dat TUI de totaliteit van de aandelen van Jetair had verworven.

Een anekdote: op het verjaardagsfeest van Gerard Brackx op 21 maart 2001 was een delegatie van TUI aanwezig, deels uit sympathie maar vooral met een nauwelijks verholen opluchting dat de buit eindelijk binnen was. Zo kon Dr. Ralph Corsten (1942-2025) , de toenmalige topman van TUI, zelfs bij zijn felicitaties het niet laten er op te wijzen, welke lastige partner de feesteling was (geweest).

Gerard Brackx kon terugblikken op een gevuld en vruchtbaar leven. Afkomstig uit een onbemiddeld gezin werd hij één van de rijkste ondernemers uit de Belgische reiswereld. Samen met zijn echtgenote Diane en zijn kinderen vormde hij een hechte familie. Ik ben heel dankbaar voor onze vriendschap die onze professionele relaties ver oversteeg. Behalve in de crisis rond het Garantiefonds en het Technisch Comité hebben deze professionele contacten geen rol gespeeld. Noch mijn reisbureau, noch de samenwerkingsverbanden waarbij ik was betrokken, noch de VVR hebben van Jetair of Brackx ooit maar één financiële faciliteit verkregen.

Onze vriendschap was belangrijker dan mogelijke commerciële discussies. De avonden die wij doorbrachten, zowel bij Diana en Gerard als bij ons zijn onvergetelijk en soms droom ik nog van zijn culinaire specialiteit: op de haard geroosterde (Spaanse) geitenboutjes, ’s morgens gekocht op de markt van Benidorm en ’s namiddags overgevlogen met een Jetair toestel. overgoten – niet een champagne – maar met de allerbeste Cava.

Gerard Brackx was een groot zakenman maar was ook een merkwaardig mens. Ondanks zijn rijkdom verloochende hij zijn afkomst, deze van de kleine hardwerkende middenstander, nooit. In feite bleef hij een eenvoudig mens, zelfs toen hij zijn Ferrari kreeg van zijn kinderen. In plaats van de knalrode topmachine, koos hij immers voor een onopvallende blauwe kleur! Soms reed hij met zijn grote Jaguar of Ferrari, kilometers om, teneinde toch maar bij het goedkoopste benzinestation te tanken.

De laatste jaren zijn voor Gerard heel moeilijk geweest. Niet alleen was er de gezondheidstoestand van hemzelf en zijn echtgenote, maar vooral het verlies van zijn dochter Annemie  , raakte hem diep.

Alle tegenstellingen ten spijt, Gerard Brackx was een figuur die dankbaarheid en respect verdient van alle reisagenten en van eenieder die hem kende. Hij gaf alles voor zijn Jetair en zijn familie en zette zelden een stap terug. Toch was hij niet te beroerd om op een subtiele wijze te erkennen dat hij het soms mis had. Na een discussie schonk hij mij ooit een klein groen kikkertje in cristal laqué en voegde er aan toe dat het naar zijn beeld en gelijkenis was gemaakt. Het was zijn manier om zich te verontschuldigen. Het beeldje staat in onze slaapkamer en ik zal het nog dikwijls in de gouden oogjes kijken en denken aan mijn vriend, Gerard.

Gerard Brackx overleed, ondanks zijn slepende ziekte te wijten aan herhaalde hersenbloedingen, vrij plots, in Oostende op 20 september 2011. Op zijn begrafenis vlogen twee Jetairfly toestellen laag over zijn geboortestad. Eén ervan werd bestuurd door zijn kleinzoon Thomas. Een mooier afscheid was voor Gerard niet mogelijk.  

1971, 21 juli, Staatshervorming

De wet tot oprichting van de cultuurraden wijst vrijetijdsbesteding en toerisme aan als een culturele materie.

1971, augustus, Transair/Sabena

Sabena verwierf controle over de touroperator Transair. Raoul Delmotte, directeur van Sabena Benelux werd algemeen directeur.

Raoul Delmotte (Jurloise 1920-Brussel 1998) studeerde Germaanse filologie en moest eigenlijk leraar worden. Maar door gebrek aan een vaste benoeming begon hij in september 1946 een carriere bij Sabena. Vanaf 1949 bekleedde hij verschillende posten in het buitenland (Tripoli, Rome, Frankfurt, Amsterdam) maar keerde einde de jaren zestig terug om verkoopdirecteur te worden van de  regio Benelux. Na zijn afscheid bij Transair werd hij in 1978 secretaris generaal van Sabena.

Naast zijn opdrachten bij Sabena bekleedde Raoul talrijke functies in het georganiseerd toerisme, zo was hij jarenlang voorzitter van het federaal technisch comité voor de reisbureaus. Het was een consensus figuur die overal hielp en veel regelde. De laatste jaren van zijn leven zette hij zich vooral in voor zijn kleindochter, die een reisbureau exploiteert in Costa Rica.

1971, september, Airtour Nederland

Stichting van Airtour Holland (later Holland International en TUI Nederland) met als aandeelhouders: Liesone Lindeman 70%, zelf voor 100 % in handen van de Nederlandse Scheepsvaart Unie) en TUI Duitsland (30 %).

1971, november, Faillissement

Voyages Caro, eigendom van Paul Capelle, was één der eerste grote faillissementen in de Belgische reiswereld. De put bedroeg 400.000 €.

1971, november, UFTAA

De Brit Eric Sutherland (+2010), een kaderlid van het “oude” Thomas Cook volgde de Fin Gummar von Haartman (+1974) op als voorzitter van UFTAA. Hij bleef het tot 1973. Van 1983 tot 1986 was hij ook voorzitter van de Association of British Travel Agents (ABTA). 

1971, 31 december, Toerisme

De International Union of Official Travel Organisations (thans UNWTO) noteerde dat in 1971 172,239 miljoen toeristen wereldwijd 20,85 miljard $ uitgaven.

Voetnoten

  1. Na de plotse dood van Jean Gol (1942-1995) nam Herman De Croo (°1937), de rol van beschermengel voor Georges Gutelman (1938-2019) over. Hij werd hiervoor beloond met goed betaalde bestuurdersmandaten, ondermeer in het later failliet gegane Citybird.
  2. Door een indiscretie van de pers lekte dit laatste uit, het kostte hem voor een aantal jaren zijn Mekka-charters.
  3. Later bestelde men er nog bij! Bij het faillissement in 1991 beschikte TEA over 8 boeings en had men niet minder dan 30 toestellen in (leasing) bestelling. Van grootheidswaanzin gesproken!
  4. Christophe Wirtz  (1927-2014) beweerde dat hij dit bedrag herinvesteerde  in TEA en het dus bij het faillissement verloor. Hiervan zijn echter geen bewijzen beschikbaar. Het paste ook niet in het profiel van Wirtz die het motto voorhield: take the money and run!
  5. De in Burundi geboren maar in Frankrijk opgevoede super begaafde Victor Hasson (1958-2005) studeerde met grote onderscheiding af als geneesheer, maar oefende het beroep nooit uit.
  6. Ook hier speelde de invloed van Jean Gol (1942-1995) en zijn logebroeders uit de administratie en de magistratuur een bepalende rol.
  7. Georges Gutelman (1938-2019) werd ook nog in verband gebracht met andere wapenhandelaars onder meer Jacques Monsieur (°1953) en Georges Drouviotis.
  8. Het feit dat Victor Hasson (1958-2005) en Georges Gutelman (1938-2019) aandeelhouder waren van de nieuwe SN Brussels Airlines speelde ongetwijfeld een rol.
  9. Deze bank werd later opgekocht door de Bank van Antwerpen die nog later opging in de Generale Bank (later Fortis).
  10. De bekendste was Eddy Hernould (°1950, Intermed, Skiworld,  Paradiso) wiens (eerste) echtgenote, Frederique Lippens (°1952) een bijkantoor van Sunnytours exploiteerde.
  11. UTO International was van 1980 tot 1986 een samenwerkingsverband tussen Sunnytours, Fiesta Reizen en Reisbureau Van Eeckhout.
  12. Duotours was een formule waarbij de klanten een gratis reis konden winnen op voorwaarde dat zij een betalende passagier inschreven. Uiteraard betaalde deze laatste in feite ook voor de gratis deelnemer. Maar toch was de prijs door de inkoopkracht en -kunde van Eddy De Smet (1943-2016) erg gunstig. Dit systeem werd later door Reizen Lauwers overgenomen tot het werd verboden.
  13. De familie de Preudhomme d’Hailly stamt uit de streek van Rijsel (Lille, waar zij enkele burgemeesters leverde en gaat terug tot de XIIIde eeuw. Zij werden baron van Poeke (Jean-Baptist +1597) en burggraaf de Nieuwport  (Jean-Baptist II 1576-1642). Hier gaat het vermoedelijk om Simone (1911-1984), advocaat en ereburger van Sint Michiels-Brugge.
  14. In 1976 kwam Dina Boedts-Claeys (°1939) in de plaats van Nelly Vantomme (1929-2022) en haar zwager Pol Floré (1939-2014) verving Burggraaf de Preudhomme.
  15. Pol Floré (1939-2014) was de zoon van Etienne Floré (1911-1994) en van Palmyra Brackx, tante van Gerard Brackx. Etienne Floré was ooit CVP-volksvertegenwoordiger en later voorzitter van de rechtbank van koophandel te Brugge. Pol Floré was gehuwd met Kathy Claeys (°1942), telg van de steenrijke Zedelgemse Claeys clan (Clayson). Haar zus Lieve (°1952) is gehuwd met de topman van Roularta, Rik Denolf (°1949) en haar broer Leo (°1947) met diens zus Caroline Denolf (°1951).
  16. Jetaircenter zelf is geen juridische voortzetting van Royal Tours. De huidige vennootschap Jetaircenter was ooit Reizen Boeykens die in de jaren tachtig door VTB Reizen werd gekocht en door deze organisatie werd doorverkocht aan de Jetair groep.
  17. Claude Perignon (1952-2015) was in feite enkel directeur en verliet later de Jetair groep om te werken bij Thomas Cook. Enkele jaren later keerde hij terug naar de TUI groep om er Europees lobyïst te worden.
  18. Vooral Ronny Peuteman (1950-2020) , toenmalig commercieel directeur van Sunsnacks, die tijdens het VVR Congres in Phuket in november 1994 door Gerard Brackx hard was aangepakt, speelde achter de schermen een dubieuze rol.
  19. Nu ben ik er niet zo zeker meer van of mijn analyse juist was. Minstens twee figuren waarvan ik dacht dat ze onvoorwaardelijk achter de VVR stonden – Carl Appels (°1942) en Christian De Stoop (1950-2018) bleken later een verborgen agenda te hebben.
  20. André Deelen (1944-1996) behoorde tot een rijke Antwerpse familie van wisselagenten, thans bankiers. Hij was een neef van Christophe Wirtz (1927-2014) en jarenlang de tweede man van Sunsnacks.