1970

1970, Frankrijk, Selectour

Stichting van het eerste en één der belangrijkste samenwerkingsverbanden in Europa door Philippe Demonchy (°1938).

1970, Staatshervorming

Mede onder impuls van de toenmalige algemene directeur van de VTB, Karel De Meulemeester (°1932) werd het toeristisch beleid een aangelegenheid van de Gemeenschappen.

1970, Suncomfort

Marcel Albertyn werd directeur van Suncomfort, de door de Standaard groep gecontroleerde touroperator. Hij speelde in de volgende dertig jaar een belangrijke rol in de Belgische reissector.

Marcel Albertyn

Marcel Albertyn werd geboren in Antwerpen op kerstavond (24 december) van het jaar 1938. Hij deed zich soms voor als een kerstekind maar was het beslist niet.

marcel albertijn

Albertyn studeerde rechten in Gent maar achtte het er na vier jaar plots voor bekeken en besliste om eerst zijn legerdienst te doen. Hij belandde bij de staf van de militaire politie maar hield er zich vooral bezig met de redactie van het bataljonsblad.

Na een kort oponthoud bij de Bank Brussel Lambert belandde hij bij het katholieke persagentschap CIP, waar hij zijn vrouw Mariette Vanhalewyn (°1940) leerde kennen. Van 1965 tot 1968 verzorgde hij de persrelaties voor de spaarbank Ippa maar de echte journalistiek trok hem meer aan. Van 1968 tot 1970 was hij adjunct van Jef Anthierens, (1925-1999) hoofdredacteur van het weekblad Panorama.

In 1970 zocht de Standaard Groep een directeur voor haar touroperator, Suncomfort, en Albertyn werd gekozen onder meer dan honderd kandidaten. Hij werd er de meest agentvriendelijke manager die de Belgische touroperatorwereld ooit heeft gekend. Van de houding die hij toen tegenover zijn reisagenten aannam, kunnen de reisagenten vandaag alleen maar dromen.

Bij de overname van Suncomfort door Airtour (1976) kreeg hij bij de overkoepelde holding (Intop) de functie van adjunct-directeur-generaal. Zeer verstandig als hij was, zag hij de problemen van deze groep aankomen maar mistte de ambitie, sommigen zeggen de dadendrang, om er de macht te grijpen.

Hij koos voor een zekere positie als directeur-generaal van het prestigieuze Zwitserse Hotelplan België, waar hij Raymond Mispelpelter opvolgde. Toen de Zwitsers lieten blijken hun Belgische vestiging te willen sluiten, ging Albertyn in op het voorstel van Mark Vanmoerkerke (1952-2022) om directeur van Airtour 2000 te worden.

De dominante en arrogante stijl van Mark Vanmoerkerke beviel hem echter niet en in februari 1986 werd hij secretaris-generaal van UPAV/BBR. In deze functie zat hij tegenover de VVR in een moeilijke positie. Tot dan was Albertyn in al de bedrijven waar hij werkzaam was immers een vriend of een lid van de VVR. Nu werd hij echter een rivaal, maar niet voor lang.

Kort na zijn aantreden startten de (geheime) onderhandelingen tussen, enerzijds Christoph Wirtz (1927-2014), toenmalig voorzitter van UPAV en Marcel Albertyn en anderzijds Walter Raspoet (°1942), toenmalig voorzitter van de VVR en Antoon Van Eeckhout over de creatie van een toeristische Federatie (FIT). De eenmaking van de Belgische reissector zou de bekroning van de carrière van Albertyn moeten  worden.

Ook de VVR kon er alleen maar baat bij vinden, want een voorafgaandelijke voorwaarde, het terugtrekken van UPAV uit Vlaanderen, werd door Wirtz en Albertyn zonder meer aanvaard. Dit hield de overdracht van alle Vlaamse UPAV-leden naar de VVR in. Aanvankelijk lukte het project want in 1989 werd de FIT/FTI door ABTO, BTO, UPAV en VVR opgericht. Door de woordbreuk van BTO, in de persoon van haar toenmalige voorzitter Jean Becq (1937-2024), verliet de VVR in mei 1990 de FIT en liet Albertyn verweesd achter. Albertyn besefte dat een FIT zonder de VVR, hem geen (financiële) toekomst kon bieden.

Hij was de oeverloze discussies met BTO en ABTO beu en wilde terug naar het echte bedrijfsleven. Zijn vriend, Ron Haylock (1944-2013), de vroegere directeur van Hotelplan UK was ondertussen CEO van Resort Condominiums International (RCI) geworden en stelde hem in november 1990 aan tot directeur van RCI Belgium. Daar beleefde Albertyn zijn beste tijd, hij had een onbeperkte vrijheid, hoefde niet echt hard te werken, en om resultaten te boeken gaf men hem een zee van tijd. In 1998 verkocht de Amerikaanse eigenares van RCI, Christel De Haan 1942-2020) haar bedrijf aan de toenmalige grootste toerismegroep ter wereld, Cendant, die een grondige reorganisatie doorvoerde en het statuut van de directieleden wilde wijzigen.

De slimme Albertyn zag zijn kans schoon en riep eenzijdige contractbreuk in, wat leidde tot een minnelijke schikking die gelijk stond aan een platina handdruk. Vanaf toen leidde hij een rustig bestaan in Meerbeke in het gezelschap van zijn lieve echtgenote de begaafde jeugdschrijfster en gewezen journaliste bij de Standaard-Groep Mariette Vanhalewyn (°1940). Marcel Albertyn heeft, tijdens zijn meer dan dertigjarige loopbaan altijd een discrete maar belangrijke invloed gehad in de reiswereld, maar deze invloed heeft hij – op enkele uitzonderingen na – nooit echt kunnen bestendigen.

Misschien was Marcel wel te goed, anderen zeggen te soft, voor onze keiharde sector. Als mens verdiende hij het grootste respect en ik vind het jammer dat wij, door omstandigheden, nooit vrienden in de echte zin van het woord zijn kunnen worden.

Tenslotte een voor Albertyn, kenmerkend citaat, uit een van zijn laatste mails: Ik herinner me wel nog graag de mensen die ik in de reisindustrie in Vlaanderen en daarbuiten heb ontmoet en die ik heb gewaardeerd om hun intelligentie, werkkracht en levenskunst. Wie mij het best is bijgebleven is Philippe Van Biesen (zie nota 1), met zijn aanstekelijke levensenergie en – terugblikkend – ook jij, om je consequente en niet aflatende verdediging van de belangen van de Vlaamse reissector. Er is slechts één persoon in het georganiseerd toerisme met wie ik weinig enthousiast heb samengewerkt en dat was Robert Anciaux (zie nota 2) de arrogante vertegenwoordiger bij uitstek van een verstikkende belgitude.

Marcel overleed op 27 november 2023 rustig in zijn huis in Meerbeke

1970, maart, Luchtvaart

De International Air Transport Association (IATA) kondigde de introductie van het Bank Settlement Plan (verrekening systeem voor vliegtickets) thans Billing and Statement Plan, aan.

1970, maart, Touroperators

Torsten Press, de topman van het Zweedse Vingresor richt een internationale federatie van touroperators op: International Federation of Tour Operators. Het hoofdkwartier van de vereniging verhuisde later naar het Verenigd Koninkrijk.

1970, maart, Frivool bericht

Spanje heft het verbod op bikini’s op de openbare stranden op!

1970, maart, Sunair

Willy Van Walleghem (°1938) werd commercieel directeur van Sunair, hij bleef het tot 1976. Bij onze eerste ontmoeting in deze functie begroette ik hem met de woorden: Ha de Willy, je hebt het al ver gebracht, weet je nog de tijd toen je kelner was …. Hij zou mij deze uitspraak nooit vergeven.

Willy Van Walleghem

In tegenstelling tot andere biografieën druk ik hier geen foto af van betrokkene. Ik zou het niet kunnen aanzien!  Er zijn in onze branche, zoals in elke sector, veel verschillende soorten mensen: slimme en domme, grote en kleine, allochtone en autochtone, knappe en lelijke, rijke en arme, goede en slechte

Op één na (zie nota 3) is WVW de figuur die ik het langst ken in de reissector. Ik ontmoette hem voor het eerst in mei 1961, toen ik secretaris was bij het Vormingsinstituut in Brugge. Hij was toen in de weekends kelner in de feestzaal en het restaurant dat op hetzelfde domein (Ter Groene Poorte) gelegen was.

Gemeenschappelijke bekenden vertelden mij later dat hij toen reeds een afkeer ontwikkelde tegenover mijn persoon. Ik was immers Mijnheer Antoon, hij maar de Willy. Deze, in zijn ogen, onrechtvaardige situatie, zou hem zijn ganse carrière vervolgen. Overal waar hij werkzaam was, werd hij met mij geconfronteerd in een ondergeschikte positie. Uiteraard ben ik mij daar nooit van bewust geweest, noch heb ik er mij ooit naar gedragen.

In het Europa College, waar hij ooit werkzaam was, trad ik niet alleen op als een leverancier (eerst namens Standaard Boekhandel, later vanuit mijn eigen reisbureau) maar ook als een persoonlijke vriend van zijn baas (zie nota 4) . Later, in de reissector was de groep reisbureaus die ik vertegenwoordigde altijd een belangrijke klant van zijn werkgever (Sunair, Eurosun, Intop) of van zijn bedrijf (Eurojet, Aquasun).

Willy Réné Maria Van Walleghem (WVW) werd geboren te Brugge op 3 december 1938 in een milieu van arbeiders en kleine bedienden. Na zijn middelbare studies bij de Broeders Xaverianen (zie nota 5) kwam zoals voor iedere jongeman, de legerdienst er aan. Gezond, verstandig en ambitieus als hij is, werd hij reserve-officier en zoals vele anderen in die tijd tekent hij na zijn legerdienst bij (zie nota 6).

Inderdaad in de periode van de koude oorlog was er een gebrek aan subalterne (lagere) officieren. Reserve-officieren kregen de kans om een tijdelijk contract aan te gaan, dat na een (zwaar) examen kon worden omgezet tot een definitief contract. Maar ook daar werden beperkingen opgelegd. De hoogste graad die men kon bereiken wa deze van kapitein-commandant. De hogere graden bleven voorbehouden aan de afgestudeerden van de kaste van de Militaire School.

Het is mij niet bekend of WVW niet slaagde in het examen voor een definitieve benoeming of hij genoeg had van de militaire discipline. Ik opteer voor het eerste. Hoe dan ook in 1961 werd hij bediende in het Europa College, ondertussen was hij gehuwd met de onderwijzeres Yolanda Van Roye en had hij, zoals elke jonge (West) Vlaming gebouwd. Vandaar de extra job als kelner.

Men kan van WVW veel zeggen maar werkkracht mocht men hem niet ontzeggen: voltijds werkend in een internationale instelling studeerde hij sociale en politieke wetenschappen in Gent en haalde er met onderscheiding een master diploma.

In een volgende fase volgde hij in het Europa College  ook de cursussen en haalde er een Postgraduate in Political Science.  Maar het bedrijfsleven wenkte! In 1970 werd hij commercieel directeur van Sunair en verwierf snel een kennis van de sector. Een echte band met zijn baas, Rudolf Vanmoerkerke (1924-2014) kwam er echter nooit. Vanmoerkerke vond hem wel hardwerkend, maar te emotioneel en onbetrouwbaar. Dit gevoel was terecht want nog tijdens zijn dienstverband inviteerde WVW mij en mijn echtgenote, op kosten van Sunair, in het toen meest prestigieuze restaurant van Brugge (Duc de Bourgogne).

Ten behoeve van zijn nieuwe werkgever (Airtour), maar zonder hun medeweten, wilde hij een strategie tegen zijn huidige (Sunair) uitwerken. De spotnaam voor Vanmoerkerke, die ik later veelvuldig zou gebruiken, de tour-imperator, werd die avond door WVW uitgevonden! Sunair diende trouwens later ook klacht in wegens ontvreemding van confidentiële documenten, maar deze klacht werd geseponeerd.

WVW deed terughoudend over zijn twee periodes bij de Airtour/Intop groep en later bij Eurosun. Volgens mijn gegevens verliet hij Sunair eind 1975, werd vervolgens commercieel directeur van Airtour en vertrok eind 1976, begin 1977 naar Eurosun.

Aanvankelijk voelde hij er zich goed thuis. De aandeelhouder (Socfin) was immers kapitaalkrachtig en hij kon het geld door deuren en vensters gooien. Hij waande zich de gelijke van Rudolf Vanmoerkerke (1924-2014) en Bob De Meutter (1927-2017)en keek zelfs neer op Gerard Brackx (1931-2011).

Maar de catastrofe was onvermijdelijk, sluw als hij was, verliethij het schip voor het zonk en liet zijn opvolger, Francis Dewaele (°1938, zie nota 7), met een huis vol lijken achter.

Vanaf 1979 speelde hij bij Intop hetzelfde spelletje als bij Sunair. Nog voor zijn vertrek bereidde hij een samenwerking voor met de Nederlanders Herman Behrens (zie nota 8) en Henk Janssens, toenmalige eigenaars van Eurojet. Eurojet Nederland investeerde voor 60 % in Eurojet België waar WVW bestuurder-directeur werd. Op 16 januari 1981 ging men officieel van start en men was gedurende een aantal jaren vrij succesrijk.

Maar de samenwerking tussen Janssens en Behrens liep in 1988 spaak. Janssens verkocht Eurojet Nederland aan Holland International en via een tussenpersoon geraakte Eurojet België in handen van Sunair die het enkele maanden later opdoekte. WVW stelde Janssens verantwoordelijk voor het debâcle en toonde tijdens deze discussie zijn ware aard. Ik maakte het hiernavolgend verhaal niet zelf mee maar vernam het uit de eerste hand (van de heer Janssens zelf).

In een laatste poging om tot een constructief gesprek te komen, begaf Henk Janssens zich naar Wemmel, de woonplaats van WVW. Hij trof er een man in verwilderde toestand aan, die met een elektrische schaar zijn haag aan het scheren was. Het kwam tot een hooglopende ruzie tot WVW zijn zelfbeheersing verloor,  zijn haagschaar greep en krijste: rot op vuilen Hollander, of ik snij je kloten af.

Aangezien Janssens nog maar pas hertrouwd was, naar verluidt met een jonge en zeer mooie vrouw en vanzelfsprekend gehecht was aan zijn edele delen en WVW zijn haagschaar opstartte, zette de heer Janssens het op een lopen in de richting van zijn nieuwe vrouw; gezeten in zijn al even nieuwe Jaguar. Alleen het feit dat de draad van de haagschaar niet tot aan het voertuig reikte, redde de heer Janssens van een vroegtijdige impotentie.

Ik was helemaal niet verbaasd over dit verhaal want zelf werd ik enkele jaren tevoren geconfronteerd met een ander voorval waarbij WVW betrokken was.

In de loop van 1984 ontving ik frequent naamloze scheldbrieven. Ik gaf daar niet echt aandacht aan tot mijn medewerker, Gaston Vandevelde (1927-2012), zei: dit lettertype heb ik nog gezien! Toen en nu, worden de VVR-dossiers alfabetisch per reisbureau bijgehouden. Het lot was ons gunstig gezind want de eerste letter van Eurojet is slechts de vijfde in het alfabet! Onze diagnose werd door een deskundige en later door een vonnis van de rechtbank van 14 juni 1985 en in beroep op 28 november 1985 bevestigd:

Willy Marie Réné Van Walleghem is schuldig aan ontoelaatbare en zware (origineel) anonieme beledigingen.

Maar niet alleen collega’s waren het slachtoffer van de oncontroleerbare agressiviteit van WVW maar ook klanten. Een voorbeeld vindt men terug in de rechtszaak Hendrickx/Aquasun. De familie Hendrickx (ouders en twee kinderen van 7 en 10 jaar) boekten bij Reizen Zeppelin in Kapellen een reis naar Tunesië. Papa Hendrickx vertelde aan zijn dochtertjes honderduit over de woestijn, het hete zand, de statige kamelen, de blauwe zee, het mooie zwembad.

Hij betaalde daar 110.200 BEF (2.731 €) voor aan zijn reisagent. Op 7 april 1990 te 0600h ’s morgens bood de familie Hendrickx zich aan op de luchthaven. Zij werd geconfronteerd met een ongeschoren, ogenrollende figuur, die later WVW blijkt te zijn, die hen koudweg vertelde: Uw reisbureau heeft de factuur niet betaald, u kan niet op het vliegtuig, de plaatsen zijn al doorverkocht.

De heer Van Walleghem, touroperator met (toen) 20 jaar ervaring, master en afgestudeerde van het Europacollege, bestuurder van beroepsverenigingen, ondervoorzitter van de IFTO, bleek niet te weten – niet te willen weten – dat de sedert 1976 geldige Internationale Overeenkomst betreffende het Reiscontract; aan de touroperators de uitvoeringsplicht oplegde d.w.z. dat een betaling van een reiziger aan een reisbemiddelaar geacht wordt aan de touroperator te zijn verricht.

Evenmin merkte deze verwilderde egoïstische idioot twee wenende kinderen op die de droom van hun jonge leven zagen in rook opgaan.

Het enige wat hij kon uitkramen was: nu moet gij er voor opdraaien, anders was ik het geweest. Op 6 december 1991 sprak  de rechtbank van koophandel een vernietigend vonnis uit en veroordeelde Aquasun tot terugbetaling van alle betaalde bedragen plus een schadeloosstelling van 35.000 BEF (8.675 €), verhoogd met de intresten. Later zouden er nog tal van rechtszaken volgen. De meest hallucinante reserveer ik als afsluiter (zie verder).

Na het Eurojet avontuur startte in oktober 1988 de Aquasun-periode. WVW ontkende ooit iets met Aquasun Nederland, waar de onbetrouwbare Behrens de plak zwaaide, te maken te hebben. Vermoedelijk waren er geen of beperkte kapitaalsbindingen, maar de operationele samenwerking was wel intensief, vooral wat betreft Gambia.

Maar voor de eergierige WVW was commercieel succes niet genoeg. Hij wilde een vooraanstaande rol spelen in de sector. In maart 1989 richtte hij dan ook de AITO (Association of Independant Tour Operators) op maar liet die vereniging vier jaar later vallen om voorzitter van ABTO te worden.

Binnen ABTO was er immers een einde gekomen aan de dominantie van de Vanmoerkerkes en de twee grote touroperators gunnen elkaar het voorzitterschap niet. Dan maar een ambitieuze schertsfiguur genomen.

Maar WVW zijn ambities lagen ook internationaal. Jarenlang trachtte hij met zijn titel van ondervoorzitter van de IFTO (International Federation of Tour Operators) indruk te maken. In feite was hij er maar één van de vijf bijna fictieve ondervoorzitters en kreeg hij er de naam van the eternal Belgian clown

Ondertussen ging aat het met Aquasun en Portugal Travel steeds maar slechter. Eerst ging hij een samenwerking aan met de oplichter Jacky Aernoudt (°1952, zie nota 9)  en nam deze laatste zijn bijzit, Hermine Gys (°1949), zelfs in dienst. In mei 1999 vond  hij een Kortrijkse yuppie, Bob De Man (°1969) die Aquasun overnam. Een jaar later ging Portugal Travel failliet en nog een jaar later stikte De Man onder de talrijke lijken die bij Aquasun uit de kast vielen en legde hij de boeken neer.

Eén van de laatste exploten van WVW, waarvoor hij in januari 2000 tot zes maanden celstraf (met uitstel), werd veroordeeld betrof een vervalst contract van Constellation Airlines. Deze, later failliet gegane, luchtvaartmaatschappij vioog voor Aquasun tegen uitzonderlijk gunstige voorwaarden op Gambia. Aangezien WVW echter zijn facturen niet betaalde, stopte de toenmalige directeur Christian Heinzman (1953-2018) de vluchten. Aquasun dagvaardde  Constellation en legde  een contract voor dat Constellation verplichtte tot half 1997 te vliegen. Onderzoek wees echter uit dat de laatste bladzijde van de overeenkomst van een ander contract afkomstig was en door WVW persoonlijk werd aangepast.

WVW beschikte over een zekere intelligentie en schuwde hard werken niet. Hij had de mond vol over ons beroep, zijn collega’s, zijn kinderen en kleinkinderen; uitte zijn bewondering voor Brackx, Vanmoerkerke en zelfs voor de VVR, maar zette iedereen meedogenloos voor schut wanneer het hem uitkwam. Als zakenman was hij een loser. Zijn werkgevers (Sunair, Airtour, Intop, Eurosun) werden nooit beter van zijn diensten; zijn bedrijven zijn verdwenen (Eurojet) of failliet gegaan (Aquasun, Portugal Travel), wat niet wegneemt dat hij nog steeds op een riant appartement in de Brugse binnenstad woont.

Wie de onweerstaanbare behoefte voelde om deze fossiel van de Belgische reisindustrie nog te ontmoeten, kon hem bijna elke voormiddag vinden in Café Craenenburgh op de Markt in Brugge waar hij bij het genot van een (1) koffie al de kranten doornam, inzonderheid deze die nog maar eens een ingezonden stuk van hem hadden opgenomen. WVW had immers nog  vrienden bij de pers maar nadat Walter Baeke (1943-2004, Travel Express) was overleden en Jan Van Rompay (°19490) met pensioen ging, verdween WVW uit de openbaarheid. 

1970, april, Club Med

Gilbert Trigano (1920-2001) lanceerde zijn beruchte aanval tegen de (Franse) reisbureaus. Hij schreef letterlijk vertaling) : Indien de reisbureaus geen afstand nemen van hun verouderde verkoopmethodes zullen zij door de grote touroperators worden gepasseerd en zal de directe verkoop onomkeerbaar toenemen.

Deze stelling werd later realiteit.

1970, september, Automatisering

Voyages Baes van Jean Helft (°1935) was het eerste Belgische reisbureau dat een (IBM) computer installeerde. Helft speelde later nog een rol bij UPAV, GPAV, Selectair en Uniglobe maar ging in 1998 met zijn touroperator Transamerica failliet.

1970, september, Trust House Forte

Creatie van de Trust House Forte groep: een fusie van Trust House Hotels en de Forte Hotel Group. Deze laatste werd in 1935 gesticht door de latere Charles, Lord Forte of Ripley (1908-2007) de zoon van Italiaanse immigranten. De groep werd in 1995 ingevolge een vijandig bod van Sir Gerard Robinson (°1948) opgenomen in de Granada groep. Sir Rocco Forte (°1948) startte in 2001 opnieuw met een eigen hotelketen.  

1970, december, Samenwerkingscontract

Rudolf Vanmoerkerke (1924-2014, Sunair) achtte zich sterk genoeg om zijn eigen contract tot wederzijdse samenwerking te lanceren. Het omvatte ondermeer de invoering van het doorstorten van een deel van het  en de aanzet tot bankdomiciliëring.

De reisagenten kunnen zich nu een leven zonder bankdomiciliëring niet (meer) voorstellen, maar tot diep in de jaren zeventig bepaalde de reisagent en niet de touroperator wanneer de factuur zou worden betaald. Ook het voorschot ging integraal naar de reisbemiddelaar, deze verkeerde daardoor in een comfortabele liquiditeitspositie die hem toeliet om gedurende een aantal maanden de voorschotten, liefst op Nederlandse bankrekeningen, te beleggen. Het conflict dat ik, en later de VVR, met Rudolf Vanmoerkerke had ging voornamelijk over deze aantasting van de positie van de (onafhankelijke) reisagent. De VVR heeft deze evolutie kunnen vertragen maar niet verhinderen. Het sluitstuk van de dominantie van de touroperators op het terrein van de distributie is eind 2016 gekomen: de direct billing en de hard franchising

1970, december, Sabena

Jozef Snoeckx (1921-2015) werd regionaal directeur van Sabena Oost- en West Vlaanderen met standplaats Gent. In die tijd speelden de regionale directeur van de nationale luchtvaartmaatschappij een belangrijke bemiddelende rol voor de reisbureaus. Zij konden heel veel regelen! Zo herinner ik mij een studiereis naar Indonesië in 1981 die, op eenvoudig verzoek van enkele reisagenten, door Snoeckx werd geregeld, inclusief vliegen in first class!

1970, 31 december, Toerisme

De International Union of Official Travel Organisations (thans UNWTO) noteerde dat in 1970 159,69 toeristen wereldwijd 17,9 miljard  $ uitgaven.

Voeg je koptekst hier toe

Voetnoten

  1. Philippe Hector Van Biesen (1939-1991) was de algemene directeur van L’Epervier-Europabus en voorzitter van UPAV/BBR (1981-1987).
  2. Robert Anciaux was directeur van Transami en later secretaris-generaal van UPAV. Hij was het prototype van de kortzichtige Belgicist.
  3. Het betreft Tony Van Geele (°1943), gewezen toerisme journalist van Het Laatste Nieuws en later actief bij de Three Corners Hotel groep. Ik ken hem sedert 1959. Zijn ouders behoorden tot de vriendenkring van de familie waar ik na het overlijden van mijn vader verbleef.
  4. Prof. Dr. Hendrik Brugmans (1906-1997) was rector van het Europa College van 1950 tot 1972.
  5. De zogenaamde Frères in Brugge was en is een uitstekende school maar geen “top”. De Brugse bourgeoisie ging naar Sint Leo of Sint Lodewijk en de rijken naar de Abdijschool van Zevekerke (Sint Andries).
  6. Evenmin als over zijn mislukte carrière bij Eurosun, repte WVW in zijn talrijke interviews ooit over zijn legerperiode met uitzondering van een biografische nota in “Wie is Wie in Vlaanderen 1980”.
  7. Franis Dewaele (°1938) kwam eveneens van Intop en was mede-eigenaar van het voormalige reisbureau Bruul Travel in Mechelen.
  8. WVW kende Herman Behrens nog uit zijn Sunair tijd. Toen was deze figuur directeur van Sunair Nederland. Hij werd er wegens onbekwaamheid, anderen zeggen fraude, ontslagen.
  9. Jacky Aernoudt (°1952) is de grootste oplichter uit de geschiedenis van de Belgische reisindustrie. Naast een aantal faillissementen buiten onze sector ging hij frauduleus in faling met TC Travel, Albatros Travel en Abba Travel.